Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2884/GA, 4 april 2007, beroep
Uitspraakdatum:04-04-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/2884/GA

betreft: [klager] datum: 4 april 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 november 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Rijnmond, locatie huis van bewaring (h.v.b.)/ISD Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 maart 2007, gehouden in de p.i. Amsterdam, is klager gehoord.
De directeur van de locatie h.v.b./ISD Rotterdam heeft telefonisch laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat klager geen inspraak heeft gehad in zijn verblijfsplan.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is het niet eens met de inhoud van het verblijfsplan dat is opgesteld. Dit verblijfsplan is namelijk gebaseerd op een rapportage van de
reclassering waar diverse onjuistheden in stonden. Klager heeft hierover een klacht ingediend bij de klachtencommissie van de reclassering. Klager heeft aan zijn trajectbegeleider gevraagd of zijn trajectplan gewijzigd kon worden, maar dit was niet
mogelijk. Klager heeft nu een aantal trainingen gedaan, maar klager hoort eigenlijk helemaal niet thuis op die trainingen. Zo volgt klager thans een cursus ‘preventie terugval’, maar hij heeft ooit al eens een stage gelopen bij de Bouman stichting. Hij
krijgt echter geen dispensatie voor het volgen van de cursus. Binnenkort vindt een tussentijdse toetsing van de maatregel ISD plaats door de strafrechter. Intussen heeft klager al een woning en werk geregeld. Klager had nog graag een computeropleiding
willen doen, maar dat is niet mogelijk omdat deze opleiding niet in zijn verblijfsplan past. Ook had klager graag gezien dat het verblijfsplan erop gericht was zijn schrijfvaardigheid verder te ontwikkelen.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Van de beslissing waarvan beroep bevond zich ten tijde van de behandeling van het beroep ter zitting bij de stukken slechts een aantekening van de mondelinge uitspraak. Ondanks herhaald verzoek van het secretariaat van de RSJ is de beslissing niet
uitgewerkt. Aan deze tekortkoming die van wezenlijke betekenis is voor de rechtspositie van klager zal de beroepscommissie geen verdere gevolgen verbinden dan de constatering van deze omissie. Om redenen van doelmatigheid zal de beroepscommissie het
beklag alsnog ten gronde behandelen. De omstandigheid dat na de zitting alsnog een uitgewerkte uitspraak van de beklagcommissie werd ontvangen, maakt dit niet anders.

Ingevolge artikel 18a van de Pbw wordt een verblijfsplan in een inrichting voor stelselmatige daders zo veel mogelijk in overleg met de gedetineerde vastgesteld. Klager is het in dit geval niet eens met de interventies die in het verblijfsplan zijn
opgenomen, hij wil bijvoorbeeld aan andere trainingen deelnemen. Uit de reactie van de directeur van 20 oktober 2006 op het beklag blijkt dat er overleg is geweest met klager over zijn verblijfsplan. Dat dit niet steeds heeft geleid tot inwilliging van
klagers wensen is iets anders. Tegen de achtergrond van het vorenstaande kan niet worden gezegd dat klager geen inspraak heeft gehad in de totstandkoming van zijn verblijfsplan. Het beklag zal daarom ongegrond worden verklaard.

Voor zover het beklag zich richt tegen de inhoud van de rapportage door de reclassering wordt klager gewezen op de klachtmogelijkheid zoals deze is vervat in artikel 29 van de Reclasseringsregeling.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.J.C. van Kamp en mr. M. Boone, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schinkel, secretaris, op 4 april 2007

secretaris voorzitter

Naar boven