Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0288/GB, 29 maart 2007, beroep
Uitspraakdatum:29-03-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/288/GB

Betreft: [klager] datum: 29 maart 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 januari 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis De Grittenborgh te Hoogeveen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 10 augustus 2006 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis Veenhuizen (locatie Esserheem). Op 15 januari 2007 is hij overgeplaatst naar de gevangenis De Grittenborgh, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Het beroep tegen de bestreden beslissing is door klager als volgt toegelicht.
Klager is erg blij dat hij is overgeplaatst, hij begrijpt alleen niet waarom hij naar De Grittenborgh is overgeplaatst. Volgens Esserheem kan hij niet functioneren in een grote gevangenis, maar dit is niet waar. Twee jaar geleden zat klager óók in
Esserheem en toen functioneerde hij er prima. Bovendien zat hij eerst met 24 gedetineerden op een afdeling en nu met 86 gedetineerden op een vleugel. Dit klopt niet want volgens Esserheem had hij naar een kleinere bezetting gemoeten. Volgens klager
wilden ze hem gewoon lozen omdat hij in hun ogen lastig was. Verder is klager er door zijn overplaatsing naar De Grittenborgh erg op achteruit gegaan, want hij krijgt nu minder bezoek van zijn jonge kinderen en hij heeft minder vrijheden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager gaf in november aan vanuit de gevangenis Veenhuizen (locatie Esserheem) dat hij wilde worden overgeplaatst omdat hij bedreigd werd. In januari 2007 deed hij aangifte tegen een medegedetineerde. Daarnaast heeft hij gedreigd nog vele beklagzaken
aan te spannen om overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) af te dwingen. Er zijn vele gesprekken gevoerd met klager en deze bleef bij het feit dat hij bedreigd werd. In het verleden is klager gediagnosticeerd met een
angststoornis,
maar de psycholoog van de inrichting heeft aangegeven dat klagers gedrag in de inrichting niet alléén voortkwam uit een angststoornis. In hoeverre de bedreiging die klager ervoer reëel was of ingebeeld, was dan ook niet vast te stellen.
Klager heeft 23 maal beklag ingediend over uiteenlopende zaken en is ook nog een halve dag in hongerstaking geweest, met als doel het personeel het leven zuur te maken. Uiteindelijk is hij voorgesteld voor overplaatsing, waarop is besloten om hem over
te plaatsen naar een minder grote gevangenis. In de gevangenis Veenhuizen moet men in een behoorlijk grote gemeenschap kunnen functioneren, waarbinnen men veel vrijheid heeft en wordt een groot beroep op de eigen verantwoordelijkheid gedaan. Gelet op
klagers angststoornis heeft overplaatsing naar locatie Norgerhaven van de gevangenis Veenhuizen dan ook geen enkele zin, omdat die locatie gelijk is aan de locatie Esserheem. Verder ontvangt klager bezoek uit Assen en Groningen, zodat een overplaatsing
naar Hoogeveen een acceptabele overstap is. Dat deze locatie moeilijker te bereiken zou zijn voor zijn bezoek blijkt niet uit de bezoekersadministratie, omdat klager volgens die registratie wekelijks bezoek ontvangt.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis De Grittenborgh is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen
oordelen dat klager, gelet op de over zijn persoonlijkheid en gedrag verstrekte gegevens, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een grote inrichting met veel vrijheden, zoals locatie Norgerhaven van de gevangenis Veenhuizen. Hetgeen
klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 29 maart 2007

secretaris voorzitter

Naar boven