Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/3121/GB, 29 maart 2007, beroep
Uitspraakdatum:29-03-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/3121/GB

Betreft: [klager] datum: 29 maart 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 november 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is op 19 februari 2007 in de gelegenheid gesteld door een lid van de Raad te worden gehoord. Hij heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De raadsman van klager, mr. G.V. van der Bom, was verhinderd en heeft het beroepschrift schriftelijk aangevuld.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten (b.g.g.) Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 9 mei 2005 gedetineerd. Op 16 november 2006 is hij geplaatst in de b.g.g. Nieuw Vosseveld, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Aan klager is de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) opgelegd. In de gevangenis / ISD De Grittenborgh zat klager steeds in isolatie. Na overleg met de directeur zou klager worden overgeplaatst, maar een ISD-er kan
nergens anders heen. Klager wilde vanuit de isolatie niet terug naar de afdeling. Hij is vervolgens overgeplaatst naar locatie De Marwei te Leeuwarden en heeft daar aangegeven niet terug te willen naar De Grittenborgh. Daarna is klager geplaatst op de
landelijke afzonderingsafdeling te Maastricht. Tot slot is klager overgeplaatst naar Vught. Hij wil weten waarom het zo is gegaan. Klager weet dat er geen negatieve rapporten over zijn gedrag zijn. Er zijn wel positieve scores op urinecontroles. De
bestreden beslissing is enkel gebaseerd op het rapport van De Grittenborgh. Er wordt gesteld dat klager ook in De Marwei niet te hanteren zou zijn geweest. Klager zou graag de negatieve gedragsrapportages hierover ontvangen, nu deze er volgens hem niet
zijn. Klager is op de b.g.g. geplaatst om te voorkomen dat er meer ISD-ers via isolatie weg zouden willen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op basis van de rapportage van de gevangenis / ISD De Grittenborgh te Hoogeveen op 15 november 2006 geselecteerd voor de b.g.g. Nieuw Vosseveld te Vught. Hij is geplaatst op basis van de ISD-maatregel. Hij bleek in Hoogeveen steeds meer
onhandelbaar. Er was sprake van vernieling van rijkseigendommen, het smeren met ontlasting en het zich steeds agressiever opstellen in de richting van het personeel. In Hoogeveen bleek de situatie uiteindelijk niet meer te hanteren. Men besloot in
overleg de afzondering elders (locatie De Marwei) ten uitvoer te leggen, maar ook hier bleef klager een zelfde beeld geven. Agressief, opstandig en dreigend. Omdat klager een ISD-kandidaat is en daarom in de ISD-afdeling diende te worden geplaatst, is
aangegeven dat hij na zijn verblijf in locatie De Marwei eigenlijk diende terug te keren naar Hoogeveen. Hoogeveen is namelijk voor de regio Noord aangewezen voor mensen met een ISD-maatregel. Klager wenste hier echter absoluut niet aan mee te werken
en
deelde mee zijn cel bij terugkomst direct te zullen verbouwen. Gezien de ervaringen met klager is toen in goed overleg besloten de terugplaatsing niet te effectueren, maar klager – gezien zijn nog steeds dreigende houding – te plaatsen in de landelijke
afzonderingsafdeling te Vught. Omdat klager ook daar meedeelde niet terug te zullen gaan naar Hoogeveen, is besloten hem te selecteren voor de gevangenis te Vught, afdeling beperkte gemeenschap. Deze keuze heeft te maken met het feit dat klager zich
dreigend opstelde en bleef opstellen en dat zijn houding en gedrag de orde en rust behoorlijk verstoorden. De gevangenis / ISD De Grittenborgh heeft op basis van de gebeurtenissen geadviseerd klager te plaatsen op een landelijke afdeling voor
beheersproblematische gedetineerden. De gebeurtenissen hebben namelijk een behoorlijke impact gehad op het personeel in Hoogeveen en van een normale bejegening kon dan ook geen sprake meer zijn. Voor een dergelijke plaatsing heeft de
selectiefunctionaris nog niet gekozen. Klager kan/moet in een andere omgeving met ander personeel nog een kans krijgen, alvorens hem in een nog strakker regime te plaatsen.

4. De beoordeling
4.1. De b.g.g. Nieuw Vosseveld is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Een tot gevangenisstraf veroordeelde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap, tenzij hiervoor op grond van de persoonlijkheid en/of het gedrag van de betrokkene gewichtige contra-indicaties bestaan.
De selectiefunctionaris heeft de omtrent klagers gedrag verstrekte gegevens, zoals verwoord onder 3.2, in redelijkheid kunnen aanmerken als een contra-indicatie in bovenbedoelde zin. Derhalve is de beslissing klager vooralsnog te plaatsen in een
inrichting met een regime van beperkte gemeenschap niet als onredelijk of onbillijk aan te merken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 29 maart 2007

secretaris voorzitter

Naar boven