Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0244/GA, 4 april 2007, beroep
Uitspraakdatum:04-04-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/244/GA

betreft: [klager] datum: 4 april 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 oktober 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij het huis van bewaring (h.v.b.)/ISD Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 maart 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, zijn gehoord klager, en [...], de unitdirecteur van voormelde inrichting.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in afzonderingscel voor de duur van 14 dagen wegens het toebrengen van schade aan het plafond waardoor de indruk is gewekt dat klager de inrichting op oneigenlijke wijze wilde verlaten.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het gaat om een ventilatierooster dat beschadigd was. Dit ventilatierooster is ongeveer 10 cm bij 10 cm groot. Klager heeft niet aan dit ventilatierooster
gezeten, maar heeft later wel gezegd dat hij er uit baldadigheid aan had zitten prutsen. Klager heeft dit gezegd nadat de directeur, de heer Van der Plas, dit hem had geadviseerd. Een poging tot ontsnapping zou immers altijd in klager dossier blijven
staan en zou daarom consequenties kunnen hebben voor zijn verlofmogelijkheden c.q. verdere detentietraject. Het aluminium ventilatierooster was al kapot voordat klager in die cel kwam. Het rooster was namelijk aan één kant omgebogen. Klager heeft dit
toen niet gemeld, omdat hij aannam dat de schade bekend was. Klager kan zich niet meer herinneren of hij bij binnenkomst aanwezig was bij de celcontrole. Klager weet in ieder geval zeker dat hij niet zijn handtekening heeft gezet onder de
celinventarislijst. Het is niet mogelijk om door het ventilatierooster buiten te komen, er zitten alleen maar leidingen achter het rooster.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De directeur geeft aan dat hij nog maar twee maanden werkzaam is in het h.v.b. Amsterdam. Hij is niet meer in de mogelijkheid geweest om de directeur
die destijds aan klager een ordemaatregel heeft opgelegd, hierover te spreken. Desgevraagd wordt de directeur in de gelegenheid gesteld alsnog navraag te doen en de resultaten daarvan binnen een week ter kennis van de beroepscommissie te brengen. De
directeur merkt op dat het ventilatierooster waar het om gaat vrij klein is, dus achteraf gezien lijkt het niet mogelijk te zijn geweest om hierdoor te ontsnappen. Tenslotte zijn er geen andere aanwijzingen geweest die deden vermoeden dat klager wilde
ontsnappen. In de nadere reactie vermeldt de directeur het volgende. De directeur heeft gesproken met zijn voorganger die het bestreden besluit tot plaatsing in een afzonderingscel heeft genomen. Destijds is gekozen voor een maatregel en niet voor een
disciplinaire straf. Gekozen is voor een maatregel omdat na de geconstateerde schade het vermoeden bestond dat klager uit de inrichting wilde ontvluchten. Zolang niet duidelijk was waarom en hoe klager de schade had veroorzaakt, werd hij als
vluchtgevaarlijk aangemerkt. Nadat klager bekende een vluchtpoging te hebben ondernomen, is de afzondering van klager beëindigd. Naar de mening van de betrokken directeur had klager lang genoeg in afzondering verbleven en was een nieuwe disciplinaire
straf niet op zijn plaats. De betrokken directeur heeft overigens aangegeven dat hij klager op geen enkele wijze onder druk heeft gezet om te bekennen. Omdat er geen eerdere of andere aanwijzingen waren dat klager vluchtgevaarlijk was, is besloten hem
vooralsnog niet aan te merken als vluchtgevaarlijk met bijbehorend regime. Ten aanzien van klagers opmerking dat het niet mogelijk is via het ventilatierooster te vluchten, heeft de betrokken directeur opgemerkt dat de haalbaarheid van een vluchtplan
van ondergeschikt belang is. Ook een mislukte of onmogelijke vluchtpoging blijft een vluchtpoging. Klager is in de gelegenheid gesteld om op deze nadere reactie te reageren, wat hij per brief van 16 maart 2007 heeft gedaan.

3. De beoordeling
Aan klager is een ordemaatregel van plaatsing in een afzonderingscel voor de duur van 14 dagen is opgelegd, nadat is geconstateerd dat schade was aangericht aan een ventilatierooster. Hiermee heeft klager de indruk gewekt dat hij wilde ontvluchten,
aldus de motivering van de afzonderingsmaatregel. De beroepscommissie is van oordeel dat gezien het feit dat het betreffende beschadigde ventilatierooster slechts 10 cm bij 10 cm groot was en er geen concrete aanwijzingen waren dat klager wilde
proberen
te ontvluchten, het onvoldoende aannemelijk is dat er sprake was vluchtgevaar. In het midden kan blijven of klager heeft erkend het rooster te hebben beschadigd. Geenszins aannemelijk is in ieder geval dat klager – zoals voor het eerst uit de nadere
reactie van de directeur na de mondelinge behandeling van het beroep naar voren komt – dat klager heeft erkend een vluchtpoging te hebben ondernomen. Gelet op het vorenstaande is de beslissing van de directeur om aan klager een ordemaatregel op te
leggen onredelijk en onbillijk. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. Aan klager zal een tegemoetkoming worden toegekend van € 140,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 140,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.J.C. van Kamp en mr. M. Boone, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schinkel, secretaris, op 4 april 2007

secretaris voorzitter

Naar boven