Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0032/GM, 3 april 2007, beroep
Uitspraakdatum:03-04-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/32/GM

betreft: [klager] datum: 3 april 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Utrecht, locatie Nieuwegein,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 5 december 2006 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. Ontvankelijkheid
Op grond van artikel 30, tweede lid, Pm dient het beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van het afschrift van de mededeling van de Medisch Adviseur te worden ingediend. Klager stelt dat hij de mededeling van de Medisch
Adviseur op 20 december 2006 heeft ontvangen. Het beroepschrift van klager is gedateerd op 23 december 2006 doch pas op 8 januari 2007 door het secretariaat van de Raad ontvangen. Gelet hierop heeft klager zijn beroepschrift te laat ingediend. Per
brief
van 16 februari 2007 is klager in de gelegenheid gesteld een schriftelijke toelichting te geven op de overschrijding van de beroepstermijn. Per brief van 20 februari 2007, door het secretariaat van de Raad ontvangen op 22 februari 2007, wijt klager de
late ontvangst van het beroepscommissie aan de inrichting die zijn post bewust vasthoudt. Door klager is dit verder niet aannemelijk gemaakt.
De beroepscommissie merkt op dat de envelop niet voorzien is van een postzegel. Voor zover dit de oorzaak is van de late ontvangst van het beroepschrift, komt dit geheel voor risico van klager. Klager dient derhalve niet-ontvankelijk in zijn beroep te
worden verklaard.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en F.M.M. van Exter, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 3 april 2007

secretaris voorzitter

Naar boven