Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0370/GV, 19 maart 2007, beroep
Uitspraakdatum:19-03-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/370/GV

betreft: [klager] datum: 19 maart 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 februari 2007 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht. Er liggen enkele positieve adviezen, alleen de politie heeft negatief geadviseerd. Klager heeft gedurende een eerdere detentie verloven genoten die goed verlopen zijn. Klager geeft daarmee aan niet tot
overlast te zorgen tijdens een verlof.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het verzoek is afgewezen omdat klager een aan harddrugs verslaafde veelpleger is. Veelplegers behoren tot de veroorzakers van overlast; de bedoeling van de veroordeling is mede ze van de straat te houden en niet in aanmerking te laten komen voor verlof
of detentiefasering. Rondom veelplegers zijn met politie en openbaar ministerie afspraken gemaakt met betrekking tot het verlenen van vrijheden en detentiefasering. Het advies van het openbaar ministerie ten aanzien van klager druist in tegen deze
afspraken. De kans dat klager in de 12 uur waarvoor het openbaar ministerie toestemming geeft in de fout gaat is aanzienlijk.
Klager is sedert 2001 meermalen gedetineerd geweest. Niet duidelijk is hoe de in 2005 verleende verloven zijn verlopen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van het huis van bewaring Almere-Binnen heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag gelet op klagers houding en strafrestant.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Zwolle heeft aangegeven, omdat klager veelpleger is, akkoord te gaan met verlof voor één dag van 8.00 uur tot 18.00 uur.
De politie IJsselland heeft aangegeven dat klager een verslaafde veelpleger is, hetgeen betekent dat hij zich stelselmatig schuldig maakt aan misdrijven. Het vermoeden bestaat dan ook dat klager zich tijdens zijn verlof schuldig zal maken aan
misdrijven
om zichzelf van harddrugs te kunnen voorzien.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zes maanden met aftrek, wegens diefstal. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 3 april 2007.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal twee verlofaanvragen indienen.

De beroepscommissie stelt vast dat klager wordt aangemerkt als veelpleger. Mede gelet op de naderende v.i.-datum vormt dit onvoldoende grond de aanvraag voor algemeen verlof af te wijzen. Te meer nu uit de stukken blijkt dat gedurende een eerdere
detentie de verloven zonder problemen zijn verlopen. De beslissing van de Minister dient derhalve bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk te worden aangemerkt. Het beroep zal gegrond worden verklaard. De
Minister
zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van een week na ontvangst van deze uitspraak. Nu de rechtsgevolgen van de vernietigde beslissing nog ongedaan zijn te maken acht de
beroepscommissie geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van een week na ontvangst van deze uitspraak.
Zij bepaalt dat klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 19 maart 2007

secretaris voorzitter

Naar boven