Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/3362/GA, 19 maart 2007, beroep
Uitspraakdatum:19-03-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/3362/GA

betreft: [klager] datum: 19 maart 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraak van 29 december 2006 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Rijnmond, gevangenis De IJssel, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het gemiste advocatenbezoek, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Klager vindt dat de gevangenis De IJssel een vergoeding moet betalen vanwege nalatigheid. Het heeft niet aan klagers advocaat gelegen dat het
advocatenbezoek
is misgelopen. De IJssel draagt daar de verantwoordelijkheid voor.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. De directeur deelt de mening van de beklagcommissie, namelijk dat het hier een incidentele fout betreft waarbij van klagers advocaat een meer actieve houding verwacht had mogen worden. Verder merkt de
directeur op dat klager geen verzoek tot schadeloosstelling bij de directie heeft ingediend.

3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich niet verenigen met het oordeel van de beklagcommissie geen tegemoetkoming toe te kennen en zal, gelet op de omstandigheden van het geval, klager na te melden tegemoetkoming toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en kent klager een tegemoetkoming van € 10,= toe.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schinkel, secretaris, op 19 maart 2007

secretaris voorzitter

Naar boven