Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/3018/GM, 8 maart 2007, beroep
Uitspraakdatum:08-03-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/3018/GM

betreft: [klager] datum: 8 maart 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Haaglanden, locatie Noord te Den Haag,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 24 november 2006 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 1 februari 2007, gehouden in de p.i. Nieuw Vosseveld te Vught, is klager gehoord. De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Haaglanden is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 7 oktober 2006, betreft het wijzigen van de medicatie zoals voorgeschreven door Bouman verslavingszorg Rotterdam (hierna: Boumanstichting) en de stadsgevangenis
Rotterdam te Hoogvliet (hierna: p.i. Hoogvliet).

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is de klacht als volgt toegelicht. De wijziging in de medicatie betreft het verlagen van de dosering Methadon van 60 naar 40 mg, het voorschrijven van Concerta in plaats van Dextroamfetamine en het stopzetten van Diazepam.
Klager krijgt al jaren Methadon verstrekt door de Boumanstichting. Omdat de apotheek van de Boumanstichting geen Dextroamfetamine in voorraad had is aan klager gedurende een korte periode van drie dagen Concerta voorgeschreven. Ook in de p.i. Hoogvliet
kreeg klager Dextroamfetamine voorgeschreven.
Klager kwam in de inrichting binnen met Concerta als vervangend medicijn voor Dextroamfetamine, Methadon 60 mg en Diazepam 25 mg. Door het verlagen van de dosering Methadon kreeg klager last van ontwenningsverschijnselen. De medische dienst weigert
verder contact op te nemen met de inrichtingspsychiater van de p.i. Hoogvliet. Met haar is klager tot een goede behandeling van zijn ADHD gekomen. Dit heeft ertoe geleid dat klager al jaren vrij is van drugs. Klager is hierbij wel afhankelijk van een
zorgvuldig samengestelde combinatie van medicijnen. Door de wijziging van de medicatie kost het klager dagelijks veel moeite om incidenten te vermijden. De situatie van klager verslechtert met de dag. Klager heeft er belang bij dat hij met de grootst
mogelijk spoed in staat wordt gesteld de juiste medicijnen te gebruiken. Klager wil van de medische dienst ’s-morgens 60 mg Methadon en verdeeld over de dag driemaal daags 15 mg Dextroamfetamine en voor de nacht 15 mg Diazepam.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet nader toegelicht. Dit standpunt luidt als volgt. Op 20 oktober 2006 is klager gezien door de inrichtingspsychiater. Klager kreeg in detentie Concerta 54mg en
Methadon 40 mg. Klager gaf aan driemaal daags 15 mg Dextroamfetamine en tweemaal daags Diazepam 20 mg te willen omdat hij dit buiten detentie van zijn behandelaar bij de Boumanstichting kreeg voorgeschreven. Vanwege de verslavende effecten van Diazepam
en het risico op paradoxale werking bij langer durend gebruik is klager uitgelegd dat deze medicatie binnen detentie niet wordt voorgeschreven voor de klachten die klager presenteerde.
Dextroamfetamine wordt binnen detentie niet zonder meer gegeven vanwege het risico op misbruik in de vorm van het verhandelen van deze medicatie en het verkeerde gebruik van deze medicatie zoals “snuiven” waardoor een effect van speed benaderd wordt.
Het verzoek van klager is in het PMO besproken. De medische dienst heeft tweemaal contact opgenomen met de Boumanstichting waaruit duidelijk werd dat klager met nadruk alleen Concerta 54mg kreeg voorgeschreven en geen Dextroamfetamine en Diazepam.
Besloten is het inmiddels ingezette beleid te continueren en klager Concerta 54 mg voor te schrijven. Voor eventuele medicatiewijziging na zijn detentie is klager verwezen naar zijn behandelaar bij de Boumanstichting.

3. De beoordeling
Het beginsel van continuïteit van zorg sluit in beginsel niet uit dat de inrichtingsarts de medicatie van een gedetineerde bij binnenkomst in de inrichting wijzigt. De zorgvuldigheid vereist evenwel dat de inrichtingsarts voordat hij hiertoe besluit,
contact opneemt met de voorschrijvende arts.

In onderhavig geval is ten aanzien van Dextroamfetamine en Diazepam gebleken dat de medische dienst tweemaal de Boumanstichting heeft benaderd. Uit dit contact is naar voren gekomen dat klager nimmer Dextroamfetamine en Diazepam is verstrekt, enkel
Concerta. De medicatie van klager is besproken in het PMO. Wat betreft het voorschrijven van Concerta kan derhalve niet worden geconcludeerd dat de inrichtingsarts in zoverre onzorgvuldig heeft gehandeld. Het feit dat tijdens een vorige detentie in de
p.i. Hoogvliet klager deze medicatie wel kreeg voorgeschreven doet hiet niet aan af. Dit onderdeel van het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Voor wat betreft het verlagen van de dosering Methadon bij binnenkomst in de inrichting van 60 naar 40 mg is uit de stukken niet op te maken dat de medische dienst hierover de voorschrijvend arts heeft geconsulteerd. Nu de inrichtingsarts niet ter
zitting is verschenen en de beroepscommissie niet in de gelegenheid is gesteld zich hierover te laten informeren, moet het ervoor worden gehouden dat het verlagen van deze dosering onzorgvuldig is. Het beroep zal in zoverre gegrond worden verklaard.
Gelet op de lange halfwaardetijd van Methadon gaat de beroepscommissie er van uit dat klager hierdoor geen ernstige hinder heeft ondervonden. Klager komt derhalve niet in aanmerking voor een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond wat betreft het voorschrijven van het medicijn Concerta in plaats van Dextroamfetamine en Diazepam. Zij verklaart het beroep wat betreft het verlagen van de dosering Methadon gegrond.
Zij bepaalt dat klager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, J.G.J. de Boer en L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 8 maart 2007

secretaris voorzitter

Naar boven