Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1846/TA en 06/1864/TA, 1 februari 2007, beroep
Uitspraakdatum:01-02-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1846/TA en 06/1864/TA

betreft: [klager] datum: 1 februari 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen twee uitspraken van 11 juli 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep (06/1846/TA), welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 december 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Alkmaar, kantoorgenote van klagers raadsman mr. R. Polderman, en namens
het hoofd van voormelde tbs-inrichting[...], staffunctionaris juridische zaken van voormelde tbs-inrichting. Van het horen ter zitting is een verslag opgemaakt.

Klager heeft ter zitting zijn beroep (06/1864/TA) tegen de uitspraak van 11 juli 2006 van de beklagrechter inzake de inbeslagneming van zijn pc en vijf DVD’s, alsmede inzake de wijze van rapporteren (KRS 06-2743) ingetrokken.
Aan de orde is derhalve slechts het beroep dat is gericht tegen de uitspraak van de beklagrechter inzake het opslaan van vijf DVD’s van klager in het magazijn van de inrichting (06/1846/TA).

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag - voor zover in beroep aan de orde - betreft het opslaan van vijf DVD’s van klager in het magazijn van de inrichting.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het is waanzin dat er (kinder)porno op de inbeslaggenomen DVD’s zou staan. Klager heeft al 100 keer verteld dat zijn pc niet geschikt is voor het opnemen van films of foto’s. Juist om problemen als de onderhavige te voorkomen, heeft klager een pc met
uitsluitend mogelijkheden voor tekstverwerking ingevoerd. Zijn pc heeft geen software en capaciteit voor DVD’s. Dit moet de inrichting bekend zijn, daar zijn pc bij invoer is gecontroleerd. Hij heeft verder een DVD-recorder, waarmee hij alleen kan
opnemen en wissen. Hij kan geen beelden oproepen. Wel waren er labels op de vijf bedoelde DVD’s aangebracht, waarop de inhoud vermeld stond. Op die DVD’s heeft de inrichting niets aangetroffen. Hij heeft de inrichting aangeboden te proberen de
opgeslagen beelden te tonen, maar daarmee is niets gedaan. In eerdere beroepszaken van klager ging het om inbeslaggenomen collage’s van klager die niet door de inrichting getoond konden worden, zodat de beroepscommissie terzake niets kon nagaan. Ook in
de onderhavige zaak is dat het geval. Er is geen enkel aanknopingspunt dat er verboden zaken op die DVD’s zouden staan. Waar op klagers pc geen verboden zaken zijn aangetroffen is het uitermate onwaarschijnlijk dat er op de vijf inbeslaggenomen DVD’s
verboden zaken zouden staan.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Naar aanleiding van de vondst van DVD’s met porno bij medepatiënten - waarbij niet bekend is of dit kinderporno was - zijn pc’s van patiënten onderzocht, waaronder die van klager. Op klagers pc is niets van pornografische aard aangetroffen. De
inrichting heeft een externe technisch deskundige aangetrokken om de DVD’s te controleren. Deze deskundige heeft kenbaar gemaakt dat hij geen toegang kreeg tot de inhoud van de vijf inbeslaggenomen DVD’s van klager. De inrichting heeft overleg gehad
over de vraag hoe die toegang verkregen kon worden, maar dat heeft niet tot resultaat geleid. Daar de inrichting niet weet wat op de vijf DVD’s staat, zijn deze opgeslagen in het magazijn van de inrichting. Klager krijgt deze DVD’s weer terug als hij
de
inrichting verlaat.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Hierbij is in aanmerking genomen dat het hoofd van de inrichting
in redelijkheid heeft kunnen beslissen onleesbare en daarmee oncontroleerbare DVD’s, die mogelijk ontoelaatbaar materiaal bevatten en door klager eventueel wel “gelezen” zouden kunen worden, op te slaan in het magazijn van de inrichting.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. F. Koenraadt en mr. A.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 1 februari 2007

secretaris voorzitter

Naar boven