Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1751/TA, 29 januari 2007, beroep
Uitspraakdatum:29-01-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1751/TA

betreft: [klager] datum: 29 januari 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.P.J. van Riel, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 juni 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 december 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door mr. R.P. van der Graaf, advocaat te Utrecht, kantoorgenoot van klagers raadsman mr. B.P.J. van Riel, en
[...], staffunctionaris juridische zaken van voormelde tbs-inrichting. Van het horen is verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het permanent verwijderen van de pc van klagers kamer.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Tijdens klagers verblijf in de inrichting gebeurden er dingen die echt niet kunnen. Klager is bedreigd en gechanteerd in de inrichting. De directie van de inrichting noch de beklagcommissie heeft dit serieus genomen. Men heeft hem ten onrechte
afgeschilderd als psychotisch. Om die reden heeft hij gesprekken opgenomen met een MP3-speler. Hij heeft bij het opnemen niet zijn pc gebruikt, maar wel middels zijn pc op cd-roms gezet wat met de MP3-speler was opgenomen. Hij wilde de vergaarde
informatie naar zijn advocaat sturen, opdat deze dit weer naar de officier van justitie kon doorsturen. De desbetreffende post is echter in de inrichting onderschept en geopend. Klager heeft daarna aangegeven wat er op de aangetroffen cd-roms stond.
Het
feit dat klager gesprekken heeft opgenomen, is aan het licht gekomen via het openen van zijn post, wat ook volgens de beklagcommissie niet is toegestaan. Daarmee is er sprake van onrechtmatig verkregen bewijs en het onrechtmatig verwijderen van klagers
pc. Klager heeft daardoor niet een cursus kunnen volgen, terwijl dit van essentieel belang was voor zijn resocialisatie. Bovendien is hem hierdoor in de huidige inrichting van verblijf, De Rooyse Wissel, niet toegestaan een pc op zijn kamer te hebben.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bedoelde post is geopend en onderzocht omdat klager had aangegeven dat hij gesprekken had opgenomen. Door miscommunicatie tijdens afwezigheid van mr. Siebering heeft de inrichting geen beroep ingesteld tegen de uitspraak van de beklagcommissie voor
zover deze ziet op de gegrondverklaring van de klacht inzake het openen van post van klager, omdat de beroepstermijn inmiddels al was verstreken. Tijdens de zitting bij de beklagcommissie is gebleken dat klager de opnamen met een MP3-speler heeft
gemaakt en dat hij zijn pc heeft gebruikt om die opnamen op cd-roms te branden. Klager heeft derhalve hoe dan ook zijn pc gebruikt bij niet toegestane zaken. Bij navraag bleek dat klager de MP3-speler door de wc had gespoeld. Vanwege klagers wanen en
de
conflicten op de afdeling heeft de behandelaar de aan klager verleende toestemming voor het bezit van een pc op zijn kamer ingetrokken en besloten de pc niet terug te geven.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter.
Hierbij is in aanmerking genomen dat onweersproken vaststaat dat klager heimelijk met een MP3-speler gesprekken van hem met het personeel en medepatiënten heeft opgenomen en dat hij zijn pc heeft gebruikt om die opnamen op cd-roms te branden. In
redelijkheid kan worden geoordeeld dat door een dergelijke handelwijze de orde en veiligheid in de inrichting in het geding zijn. Voorts heeft de behandelaar geoordeeld dat het vanwege klagers wanen uitdrukkelijk ongewenst was dat klager langer over
een
pc op zijn kamer kon beschikken. De beroepscommissie is niet bevoegd te treden in dit oordeel van de behandelaar. Waar het klager bij wijze van uitzondering was toegestaan om een pc op zijn kamer te houden, kan de beslissing van de behandelaar om
bedoelde toestemming vanwege de heimelijke opnamen in te trekken en de pc van klagers kamer te verwijderen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk worden genoemd.
Hieraan kan niet afdoen dat de heimelijk gemaakte opnamen aan het licht zijn gekomen na het openen en onderzoeken van post van klager, die bestemd was voor zijn advocaat en dat de beklagcommissie de klacht tegen het openen en onderzoeken van die post
gegrond heeft verklaard.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. F. Koenraadt en mr. A.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 29 januari 2007

secretaris voorzitter

Naar boven