Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2318/GA, 17 januari 2007, beroep
Uitspraakdatum:17-01-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/2318/GA

betreft: [klager] datum: 17 januari 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 september 2006 van de beklagcommissie bij de locatie De Marwei te Leeuwarden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 december 2006, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen, is gehoord [...], unit-directeur bij de locatie De Marwei.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering om klager in het complex te laten werken

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Klager mag niet in het complex werken omdat er iets in zijn vorige detentie is gebeurd. Wat er is gebeurd wil men hem niet vertellen. Klager weet zeker dat het leugens zijn en dat het een persoonlijke kwestie is.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager werkte op de werkzaal en wilde in aanmerking komen voor de zogenaamde complexreiniging. Om complexreiniger te worden moet er een bepaald vertrouwen in de gedetineerde zijn. Vanwege recente voorvallen in deze inrichting komt klager daarvoor niet
in aanmerking. Het hoofd arbeid is bevoegd te beslissen of een gedetineerde complexreiniger mag worden. Deze beslissingsbevoegdheid heeft hij vervolgens gedelegeerd aan de afdeling planning. Alvorens te beslissen of een gedetineerde complexreiniger mag
worden, worden inlichtingen ingewonnen bij de afdeling waar hij verblijft.

3. De beoordeling
Onweersproken is komen vast te staan dat klager, op grond van recente voorvallen in deze inrichting waarbij klager was betrokken, onvoldoende het vertrouwen van de directeur geniet om voor de functie van reiniger in aanmerking te komen. Dit vormt
voldoende aanleiding om klager niet in aanmerking te laten komen voor werkzaamheden in het complex. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, mr. A.G. Bosch en A.J. Dost, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 17 januari 2007

secretaris voorzitter

Naar boven