Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2633/GB, 9 januari 2007, beroep
Uitspraakdatum:09-01-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/2633/GB

Betreft: [klager] datum: 9 januari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H. Bos, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 september 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager ongegrond verklaard. Het bezwaar was gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten (bgg-gevangenis) Zoetermeer.

2. De feiten
Klager is sedert 7 december 2005 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Alphen aan den Rijn. Vanuit deze inrichting is hij geselecteerd voor de bgg-gevangenis Zoetermeer, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt. Op
24
juli 2006 is hij daadwerkelijk overgeplaatst naar Zoetermeer. Hiervandaan is klager per 24 oktober 2006 overgeplaatst naar de landelijke afzonderingsafdeling (LA) Nieuw Vosseveld te Vught. Sinds 16 november 2006 verblijft hij in de bgg-gevangenis Nieuw
Vosseveld.

3. De standpunten
3.1. Het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris is namens klager als volgt toegelicht.
De door de rechter opgelegde ISD-maatregel kan niet ten uitvoer worden gelegd op de bgg-afdeling. Door klager te selecteren voor een bgg-afdeling wordt de rechterlijke uitspraak tot oplegging van ISD doorkruist. Op 18 september 2006 meldde de
selectiefunctionaris dat klager zou worden overgeplaatst naar een ISD-plaats. Vervolgens verklaarde hij op 25 september 2006 desgevraagd aan gemachtigde dat de ISD in Amsterdam was aangeschreven omtrent de plaatsing van klager. Pas op 16 oktober 2006
werd de beslissing op bezwaar (gedateerd op 12 september 2006) aan klager uitgereikt. Gezien de inhoud van deze beslissing gaat klager ervan uit dat de selectiefunctionaris nog steeds weigert om hem te selecteren voor een ISD-plaats.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
In de beslissing op bezwaar is duidelijk verwoord, dat wanneer het vonnis in hoger beroep onherroepelijk zou zijn en de ISD-maatregel gehandhaafd zou blijven, klager in een ISD-inrichting zou worden geplaatst. Ten tijde van het nemen van de beslissing
op bezwaar was er nog geen onherroepelijke veroordeling. Op het moment dat klager inderdaad het vonnis kreeg is gevraagd aan het plaatsingsbureau om een dergelijke plaatsing te realiseren. Dit bleek echter erg moeilijk omdat klager bij vele
inrichtingen
al bekend is vanwege zijn lange en moeizame detentiehistorie. Bovendien is klager op 24 oktober 2006 in LA geplaatst als gevolg van zijn gedrag. Er is nog steeds de intentie om klager te plaatsen in een ISD-inrichting, maar of dit snel zal gebeuren
hangt af van het gedrag van betrokkene.

4. De beoordeling
4.1. De bgg-gevangenis Nieuw Vosseveld is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De selectiefunctionaris heeft klagers bezwaar op 12 september 2006 ongegrond verklaard omdat er op dat moment nog geen onherroepelijke veroordeling zou zijn. Het gerechtshof heeft echter reeds op 2 augustus 2006 uitspraak gedaan in het hoger
beroep van klagers strafzaak, welke uitspraak op 16 augustus 2006 onherroepelijk is geworden.

Het bestreden besluit is dan ook op de verkeerde gronden genomen en kan daarom niet in stand blijven. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na
ontvangst daarvan.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 9 januari 2007

secretaris voorzitter

Naar boven