Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2586/GA, 8 januari 2007, beroep
Uitspraakdatum:08-01-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/2586/GA

betreft: [klager] datum: 8 januari 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 oktober 2006 van de beklagcommissie bij de gevangenis Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 december 2006, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen, is gehoord [...], unit-directeur bij de gevangenis Veenhuizen.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van een geldboete van € 5,= wegens werkweigering.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager wilde de gebruikte werkschoenen niet aan omdat ze niet schoon zouden zijn. Het middel waarmee de schoenen worden ingespoten zou de schoenen onvoldoende reinigen. De directeur heeft ter zitting het middel getoond waarmee de werkschoenen worden
ingespoten. Deze schoenenspray is genaamd “Scholl-deocontrol”. Het etiket vermeldt het volgende:
”- geavanceerde bescherming houdt schoenen fris en geurvrij
- anti-bacterieel en schimmelwerend”

3. De beoordeling
Klager heeft op 15 augustus 2006 niet deelgenomen aan de arbeid omdat hij weigerde gebruikte werkschoenen te dragen. Volgens klager zouden de gebruikte werkschoenen niet goed worden gereinigd. Ter zitting heeft de directeur voldoende aannemelijk
gemaakt
dat de werkschoenen adequaat worden gereinigd. Klager heeft derhalve onterecht geweigerd de werkschoenen te dragen en daardoor onterecht niet deelgenomen aan de arbeid. Gelet op het voorgaande is de beslissing om aan klager een disciplinaire straf van
een geldboete van € 5,= op te leggen niet onredelijk of onbillijk. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, mr. A.G. Bosch en A.J. Dost, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 8 januari 2007

secretaris voorzitter

Naar boven