Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2315/TA, 4 januari 2007, beroep
Uitspraakdatum:04-01-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/2315/TA

betreft: [klager] datum: 4 januari 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.M.F. Fabisch, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de vaststelling van een tegemoetkoming van 7 september 2006 van de beklagcommissie bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompekliniek te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 70,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het niet aanbieden van luchtmomenten, de weigering bezoek toe te laten en het opleggen van een maatregel tot separatie, op de
gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering, in het bijzonder de tegemoetkoming van € 5,= voor het niet uitreiken van een schriftelijke mededeling tot weigering van bepaald bezoek, alsmede de tegemoetkoming van €
5,=
wegens het verblijf van één dag in een separeerruimte. Deze zijn naar recente maatstaven niet passend en redelijk. Klager wenst een tegemoetkoming van € 10,= voor het niet uitreiken van een schriftelijke mededeling tot weigering van bepaald bezoek. Een
tegemoetkoming van € 20,= voor het verblijf in een separeerruimte is gezien de bestaande jurisprudentie redelijk. Verder verzoekt klager de beroepscommissie een niet geldelijke tegemoetkoming vast te stellen waarbij de inrichting aan klager nadere
bijzonderheden dient te verstrekken omtrent het eerder aangekondigde onderzoek wegens de verdenking van drugshandel. De aangevochten maatregelen hadden alle betrekking op deze verdenking. Ondanks herhaalde verzoeken is door de inrichting nimmer
duidelijkheid hierover verstrekt.

Het hoofd van de inrichting heeft daarop als volgt gereageerd. Er is geen enkele aanleiding aan klager een hogere tegemoetkoming toe te kennen. Aan klager is voor het niet (aantoonbaar) aanbieden van luchtmomenten op 2, 9, 10, 11, 12 en 13 januari 2006
een tegemoetkoming toegekend van € 10,= per dag. Gelet op de jurisprudentie is dit een meer dan redelijk bedrag. Verwezen wordt naar de uitspraken met de kenmerken 05/1642/GA en 03/908/GA. De inrichting heeft bij haar voorstel voor een tegemoetkoming
aan de beklagcommissie betrokken dat het recht om te luchten een zeer essentieel en fundamenteel recht is. Wegens het vermoeden dat klager betrokken zou zijn bij de handel in drugs, is hij onderworpen aan een aantal maatregelen. Omdat het vermoeden
bestond dat klagers partner drugs mee de kliniek inbracht en er beleid vastgesteld diende te worden hoe haar bezoeken ingevuld dienden te worden, is besloten haar bezoek voor een week te weigeren. Voor het ten onrechte niet uitreiken van een
schriftelijke mededeling is een tegemoetkoming van € 5,= aan klager uitbetaald. Er is geen reden een hogere tegemoetkoming vast te stellen. Ingevolge vaste jurisprudentie wordt voor de onterecht opgelegde maatregel tot separatie een tegemoetkoming van

10,= vastgesteld. Verwezen wordt naar de uitspraak van 10 augustus 2006 met kenmerk 06/959/TA. Nu klager slechts wegens kamergebrek één nacht in een separeerruimte heeft verbleven, zonder dat sprake is van een maatregel tot separatie en klager dus ook
niet is onderworpen aan de beperkingen die volgen bij een separatie, is een tegemoetkoming van € 5,= meer dan redelijk.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Als maatstaf daarvoor kunnen
dienen de gemiste activiteiten of faciliteiten. Genoemd ongemak bestond voor klager uit het feit dat hij gedurende een aantal dagen niet heeft kunnen luchten, hem geen schriftelijke mededeling is uitgereikt met betrekking tot de weigering van bepaald
bezoek, en hij gedurende één dag in een separeerruimte heeft verbleven.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richten aan het hoofd van de
inrichting van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de toegekende tegemoetkoming juist is. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat niet is gebleken dat klager in zijn belangen is geschaad doordat hem geen schriftelijke mededeling is uitgereikt
over
de weigering van bepaald bezoek. Omtrent het verblijf in een separeerruimte komt uit de stukken naar voren dat aan klager verder geen beperkingen zijn opgelegd, hetgeen bij de oplegging van een maatregel van separatie wel gebruikelijk is. Het beroep
zal
dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, dr. E.B.M. Rood-Pijpers en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 4 januari 2007

secretaris voorzitter

Naar boven