Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1987/GA, 18 december 2006, beroep
Uitspraakdatum:18-12-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1987/GA

betreft: [klager] datum: 18 december 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 2 augustus 2006 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Noord te Hoogeveen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 2 november 2006, gehouden in de p.i. Veenhuizen, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij de p.i. Noord.
Klagers raadsman, mr. L.H.J.M. van Mierlo, heeft per faxbericht laten weten te zijn verhinderd ter zitting aanwezig te zijn.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde –:
a. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen wegens het geven van een telefonisch interview met SBS6, terwijl de aanvraag voor een interview was afgewezen;
b. het feit dat klager tijdens zijn verblijf in afzondering pas na ruim een week contact mocht opnemen met zijn advocaat, welk telefoongesprek werd afgeluisterd.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het verzoek om een interview met RTV Noord werd afgewezen en toen heeft klager een telefonisch interview gegeven met SBS6.
Klager heeft twaalf à dertien dagen in de isoleercel gezeten. Daarna is hij overgeplaatst naar De Marwei waar hij ook in de isoleercel heeft gezeten. Tot slot is hij overgeplaatst naar Nieuwegein waar hij nog steeds verblijft.
De directeur kan toestemming verlenen tot het geven van een interview voor media die in de inrichting komen. De directeur heeft geen toestemming gegeven. Er was geen verbod op contact met de media. Klager dacht dat hij wel met iedereen mocht bellen.
Hij
heeft gebeld met de bedoeling om duidelijk te maken dat hij onschuldig was in zijn strafzaak. Zijn naam is niet genoemd, zijn stem is vervormd en de inrichting is niet genoemd. Hij heeft in de inrichting nooit over het feit gepraat. Klager hoefde niet
voor zijn eigen veiligheid te worden overgeplaatst.
Toen klager in de isoleercel verbleef heeft hij aangegeven dat hij een brief wilde schrijven aan zijn advocaat. Dit werd hem geweigerd. Later mocht hij wel een brief aan de directeur schrijven. Vlak voordat klager werd overgeplaatst mocht hij bellen
met
zijn advocaat. Dit was pas na een week. Het gesprek werd afgeluisterd. Er stond namelijk iemand naast klager tijdens het telefoongesprek en hij hoorde aan de lijn dat hij werd afgeluisterd. Er is ook tegen hem gezegd dat hij werd afgeluisterd.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur is ’s morgens geïnformeerd over het door SBS6 uitgezonden interview. Het telefoongesprek met klager is door SBS6 opgenomen en uitgezonden. Klager wilde eerst een interview met RTV Noord over zijn zaak. Deze zaak heeft veel beroering
veroorzaakt in het noorden van het land, waardoor het interview is geweigerd.
Gedetineerden kijken graag naar SBS6 en weten vaak welke gedetineerde waar vandaan komt.
Door de uitzending van het interview en de bekendheid van de zaak in het noorden van het land is er een risico ontstaan voor de veiligheid van klager. Klager heeft niet de volledige veertien dagen in afzondering gezeten.
De regel is dat een gedetineerde een keer per week tien minuten mag bellen. Het kan zo zijn dat er niet direct kan worden gebeld. Klager heeft binnen een week gebeld. Gedetineerden die in de isoleercel verblijven mogen wel direct om schorsing verzoeken
en in beklag gaan. Het personeel heeft bij het telefoongesprek van klager gezeten. Zo is gehoord wat klager zei, maar niet wat de raadsman heeft gezegd. Er werd afgeluisterd om te voorkomen dat er adviezen werden gegeven met betrekking tot contact met
de media. Op dat moment speelde nog het vermoeden dat de raadsman het gesprek had doorgespeeld aan SBS6.

3. De beoordeling
Met betrekking tot onderdeel a
Op grond van artikel 24 juncto artikel 23, eerste lid onder b, van de Pbw is de directeur bevoegd een gedetineerde in afzondering te plaatsen indien dit ter bescherming van de betrokken gedetineerde noodzakelijk is. De beroepscommissie acht voldoende
aannemelijk geworden dat klagers veiligheid diende te worden beschermd. De beslissing van de directeur om aan klager de onderhavige ordemaatregel op te leggen is daarom niet onredelijk of onbillijk. Het beroep zal ten aanzien van dit onderdeel
ongegrond
worden verklaard.

Met betrekking tot onderdeel b
Artikel 39, vierde lid, van de Pbw bepaalt dat een gedetineerde in staat moet worden gesteld met zijn rechtsbijstandverlener telefonisch contact te hebben, indien hiervoor de noodzaak en de gelegenheid bestaat. Op deze gesprekken wordt geen ander
toezicht uitgeoefend dan noodzakelijk is om de identiteit van de persoon of instantie met wie de gedetineerde een telefoongesprek voert of wenst te voeren vast te stellen. De omstandigheid dat er gedurende het gehele gesprek van klager met zijn
raadsman
personeel aanwezig was, is niet conform voormelde voorschriften. Gelet op de omstandigheden van het geval is dit echter wel te billijken. Het beroep zal derhalve ten aanzien van dit onderdeel eveneens ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van beide onderdelen ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, J.L. Brand en mr. J. Lamens, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 18 december 2006

secretaris voorzitter

Naar boven