Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2281/GA, 20 december 2006, beroep
Uitspraakdatum:20-12-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/2281/GA

betreft: [klager] datum: 20 december 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 augustus 2006 van de beklagcommissie bij de gevangenis Veenhuizen, voorzover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 2 november 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen, is gehoord [...], unit-directeur bij de gevangenis Veenhuizen.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze is opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 10,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de intimidatie en fysieke bedreiging door een penitentiair inrichtingswerker (p.i.w.-er), op de gronden als in de aangehechte
uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat hij veel spanning heeft ondervonden door de bedreiging en intimidatie

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd.
De directeur is het niet eens met de gegrondverklaring van het beklag en heeft daartegen beroep ingesteld bij de Raad (kenmerk 06/2204/GA).

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beroep van de directeur, met kenmerk 06/2204/GA, heeft de beroepscommissie klager bij uitspraak van 15 december 2006 alsnog niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag, nu het beklag is gericht tegen feitelijke gedragingen door een
p.i.w.-er. Deze gedragingen leveren geen beklagwaardige beslissing op als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Hiermee is de grond aan de toekenning van de tegemoetkoming aan klager komen te ontvallen en zal de uitspraak van de
beklagcommissie, voor zover deze de tegemoetkoming betreft, worden vernietigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van de tegemoetkoming.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, J.L. Brand en mr. J. Lamens, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 20 december 2006

secretaris voorzitter

Naar boven