Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2239/GB, 10 november 2006, beroep
Uitspraakdatum:10-11-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/2239/GB

Betreft: [klager] datum: 10 november 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 31 augustus 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring voor jong volwassenen (jovo-h.v.b.) Scheveningen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 18 juli 2006 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Zwaag. Op 18 september 2006 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Scheveningen.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is het niet eens met zijn plaatsing in het jovo-h.v.b. Scheveningen. De reisafstand voor zijn vriendin en zoontje, die in IJmuiden wonen, is erg groot. In het h.v.b. Zwaag zitten negentienjarige jongens die niet voor plaatsing in een jovo-h.v.b.
in aanmerking komen. Uit de indicatiestelling voor de jovo bleek dat klager op item “Opleiding/cursussen” scoorde, terwijl er bij klager nooit een test is afgenomen. Tot slot wil klager niet tussen zijn leeftijdsgenoten zitten, omdat hij niet met die
mensen kan omgaan en liever tussen volwassenen zit. Klager wil zijn straf uitzitten in Zwaag.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verbleef sinds 21 juli 2006 in het h.v.b. Zwaag. Hij was op dat moment 22 jaar en viel zodoende in de categorie gedetineerden van 18 tot 24 jaar, van wie een eerste indicatiestelling jovo uitgebracht dient te worden. Deze indicatiestelling is op
7 augustus 2006 afgenomen, hetgeen heeft geresulteerd in een score op item B (Opleiding/Cursussen). Deze indicatiestelling is op 8 augustus 2006 bij de selectiefunctionaris binnengekomen en op 9 augustus 2006 is klager geselecteerd voor plaatsing op de
jovo-afdeling in Scheveningen. Bij het aanwijzen van de selectiebestemming heeft de selectiefunctionaris rekening gehouden (gezien het parket van insluiting) met het feit dat het jovo-h.v.b. Zwaag een opnamestop heeft. Klager zou graag in Haarlem
worden
geplaatst, maar Haarlem beschikt niet over een jovo-afdeling.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (verder: de Regeling) worden in inrichtingen of afdelingen voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst
die
ouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen (Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële
Inrichtingen, augustus 2001) kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt dat gedetineerden in de
leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt
indicatiestelling plaats.

4.3. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16, aanhef en onder b, van de Regeling, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in een jovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagers
indicatiestelling gebleken dat hij een tekortkoming heeft voor wat betreft opleiding. Dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweede criterium van artikel 16 van de Regeling. Tegen de achtergrond van het onder 4.2 overwogene komt de beroepscommissie
tot het oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 10 november 2006

secretaris voorzitter

Naar boven