Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2255/GB, 10 november 2006, beroep
Uitspraakdatum:10-11-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/2255/GB

Betreft: [klager] datum: 10 november 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 juli 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Klagers raadsvrouw, mr. M.J. Post, heeft op 20 oktober 2006 de gronden van het beroep aangevuld.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Haaglanden te Den Haag afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 6 mei 2006 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. locatie De Berg te Arnhem.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil worden overgeplaatst zodat hij bezoek van zijn familie kan ontvangen. Zijn bezoek kan de afstand Den Haag – Arnhem niet afleggen. Zijn zus is onlangs bevallen, zijn moeder kan slechts een paar uur vrij krijgen van haar werk en zijn vader is
vanwege een zenuwbeschadiging in zijn voet niet tot reizen in staat. Klager heeft zijn familie al vier maanden niet gezien en lijdt hier geestelijk erg onder. Hij is van mening dat hij aan de voorwaarden voor overplaatsing voldoet. Klager heeft een
doktersverklaring gefaxt naar de selectiefunctionaris. De selectiefunctionaris vond de medische verklaring echter onvoldoende onderbouwd en slecht leesbaar.
De behandeling van klagers strafzaak zal worden voortgezet op 22 november 2006. Klager leeft onder zware psychische spanning. Sinds het incident, waarbij gericht op hem is geschoten en waarbij hij is geraakt, heeft hij last van angsten en
slapeloosheid.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft een verzoek gedaan om overgeplaatst te mogen worden naar het h.v.b. in Scheveningen in verband met zijn uit Den Haag afkomstige bezoek, dat een redelijk grote afstand dient af te leggen om bij klager in Arnhem op bezoek te komen. Op 24
juli
2006 heeft de selectiefunctionaris klagers verzoek afgewezen, mede omdat klager is ingesloten voor parket Arnhem. Gedetineerden worden in principe zoveel mogelijk binnen het eigen arrondissement geplaatst omwille van de beschikbaarheid voor de
rechtsgang en daarmee samenhangende transporten. In een enkel geval wordt van dit standpunt afgeweken. Hiertoe is wel een onderbouwing van een (medisch) deskundige nodig. In het geval van klager zag de selectiefunctionaris geen aanleiding om van dit
standpunt af te wijken. Klagers verzoek werd ook niet ondersteund met een schriftelijke onderbouwing van (medische) deskundigen. In beroep heeft hij wel van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Na kennis te hebben genomen van de medische verklaring over
klagers vader en gelet op klagers detentieverleden heeft de selectiefunctionaris besloten niet aan zijn wens te voldoen. Het feit dat een preventief gedetineerde zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting ingesloten dient te worden, woog voor de
selectiefunctionaris zwaarder dan het bezoek. Mocht klager veroordeeld worden en in aanmerking komen voor selectie naar een gevangenis, dan kan hij zijn voorkeur uitspreken voor plaatsing in de omgeving van Den Haag.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van veroordeling in eerste aanleg, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager heeft verzocht om overplaatsing naar het h.v.b. Haaglanden in Den Haag in verband met zijn bezoek. Aangevoerde medische gronden die bezoek door zijn vader onmogelijk zouden maken, zijn met een medische verklaring onderbouwd, maar uit
deze
verklaring blijkt onvoldoende van een contra-indicatie om klager te bezoeken. De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek afgewezen omdat gedetineerden zo dicht mogelijk bij het arrondissement van het parket van insluiting worden geplaatst om een zo
efficiënt mogelijke rechtsgang te waarborgen. De beroepscommissie is van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of
onbillijk kan worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. L. de Greef, secretaris, op 10 november 2006

secretaris voorzitter

Naar boven