Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2211/JA, 30 november 2006, beroep
Uitspraakdatum:30-11-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/2211/JA

betreft: [klager] datum: 30 november 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.C. Vingerling, namens

[...], geboren op [1989], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 14 augustus 2006 van de beklagcommissie bij de stichting Frentrop Teijlingereind te Sassenheim,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 oktober 2006, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Den Engh te Den Dolder, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.C. Vingerling, en [...] en [...], namens de directie van
Teijlingereind.
Als toehoorder is aanwezig mr. E.W. Bevaart, coördinerend secretaris bij de Raad.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft toepassing van geweld bij overbrenging van klager naar de afzonderingsruimte.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is bij de beklagcommissie niet gehoord omdat hij niet was teruggekeerd van verlof. Hij had op de donderdag voor de zitting van de beklagcommissie moeten terugkeren.
Het gaat er in deze zaak om dat men volgens klager te ver is gegaan door hem een kussensloop over zijn hoofd te trekken, terwijl hij werd afgevoerd naar de afzonderingsruimte. Hij kon daardoor niemand om hem heen zien en zelfs niet door zijn neus
ademen. Klager is in de afzonderingsruimte met zijn gezicht op het matras geduwd met de kussensloop nog over zijn hoofd. Dat gaf klager een heel benauwd gevoel. Klager had het gevoel dat hij stikte en heeft dat ook gezegd. Personeelslid [...] heeft
verklaard dat te hebben gehoord.
Het is kwalijk dat de geweldsrapportage ontbreekt. Volgens het bepaalde in artikel 40, derde lid, Bjj is dat een vereiste bij gebruik van geweld. De beklagcommissie heeft zich hierover in haar uitspraak niet uitgelaten. Er is wel een schriftelijk
verslag van 18 april 2006 waarin gebruik van geweld is opgenomen, maar melding van het gebruik van de kussensloop ontbreekt. Aangezien dit een geweldshandeling is, had het wel in het verslag moeten worden opgenomen. Nu dit niet is gebeurd, is klager in
zijn belangen geschaad. De getuigen konden zich het specifieke voorval niet goed herinneren. Dat is op zich, mede gelet op het tijdsverloop, wel logisch en daarom is het verslag ook zo belangrijk. Klager stelt zich op het standpunt dat de sloop over
zijn hoofd is getrokken. Daar staan de getuigenverklaringen tegenover. Deze getuigen verklaren overigens meer in algemene zin.
De uitspraken van de Raad die de beklagcommissie aan de stukken heeft toegevoegd, zijn niet zonder meer van toepassing op deze zaak. In een van die uitspraken betreffende een jeugdige is geen sprake van gebruik van een kussensloop en in de andere
uitspraak is er sprake van een strafrechtelijke plaatsing terwijl klager niet strafrechtelijk is geplaatst. Klager begrijpt het toegepaste geweld wel, maar het gebruik van de kussensloop niet. Klager heeft het zeer benauwd gehad, waardoor angst en
paniek is ontstaan. Om die reden is hij in beklag gegaan.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Zodra de directeur op 2 mei 2006 hoorde dat er bij de overbrenging van klager naar de afzonderingscel gebruik was gemaakt van een kussensloop heeft hij navraag gedaan bij de heer Karper. Die heeft meteen een verslag opgemaakt. Op dat moment lag de
gebeurtenis nog goed in het geheugen. Als er gebruik wordt gemaakt van een handdoek of kussensloop, hangt deze over het hoofd naar beneden, zodat de jeugdige de grond kan zien. De handdoek of kussensloop wordt door een vijfde persoon, die achteruit
loopt, vastgehouden. Het ging hier om een heftige plaatsing, dus het hoofd hing niet stil. De vijfde persoon moet er dan voor zorgen dat de mond en neus vrij blijven. Er wordt niet vaak gebruik gemaakt van een handdoek of kussensloop, maar als het
gebeurt is dat om bijten en spugen te voorkomen.
Personeelslid [...] is iemand die altijd op een alarm rent en de leiding neemt.
Het klopt dat er in het verslag niets is opgenomen over de kussensloop, omdat dit niet werd gezien als geweld, maar als bescherming tegen spugen en bijten. Inmiddels wordt het gebruik van een kussensloop of handdoek wel in het verslag opgenomen.
Klager is in de afzonderingscel op zijn buik op het bed gelegd, met zijn hoofd opzij. Daar hij zich hevig bleef verzetten, is het personeelslid dat de beenklem losmaakt de laatste die de afzonderingscel verlaat.

3. De beoordeling
Op 18 april 2006 is klager overgebracht naar de afzonderingscel. Hierbij heeft hij zich continu verzet, waardoor hij door vier personeelsleden moest worden vastgehouden. Een vijfde persoon was nodig om een kussensloop over zijn hoofd te leggen om
spugen
en bijten te voorkomen. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is niet aannemelijk geworden dat de kussensloop volledig over het hoofd van klager is getrokken. De beroepscommissie acht het op zijn minst zeer ongelukkig dat het gebruik
van de kussensloop niet in het verslag is opgenomen. Het gebruik van de kussensloop dient te worden opgevat als gebruik van geweld. Nu niet is voldaan aan het vereiste van artikel 40, derde lid, Bjj zal het beroep formeel gegrond worden verklaard.
De beroepscommissie heeft overigens met instemming kennisgenomen van de omstandigheid dat het gebruik van een handdoek of kussensloop voortaan wel in de rapportage wordt opgenomen.
Hoewel voorstelbaar is dat het gebruik van een kussensloop angst en paniek bij klager heeft teweeggebracht, is niet aannemelijk geworden dat dit gebruik in strijd is met de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Het beroep zal derhalve
materieel ongegrond worden verklaard.
Nu de beslissing van de directeur materieel gezien niet onredelijk is, is er geen aanleiding voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep formeel gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag formeel gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.
Zij verklaart het beroep materieel ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, voorzitter, dr. J. Junger-Tas en dr. M. Smit, leden, bijgestaan door mr. L. de Greef, secretaris, op 30 november 2006

secretaris voorzitter

Naar boven