Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0976/GA, 29 juni 2006, beroep
Uitspraakdatum:29-06-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/976/GA

betreft: [klager] datum: 29 juni 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 maart 2006 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Haarlem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 mei 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij voormeld h.v.b.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het sporten op een afgekeurd veld;
b. het weigeren toestemming te verlenen om naar een afspraak in het ziekenhuis te gaan;
c. een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in een strafcel wegens het niet meewerken aan een urinecontrole;
d. een ordemaatregel van veertien dagen uitsluiting van deelname aan de arbeid wegens het niet opvolgen van de instructies van de werkmeester.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In verband met een enkelbreuk, opgelopen tijdens een partij voetbal in de inrichting, had klager een vierde (vervolg)afspraak in het ziekenhuis. Deze
afspraak is niet via de medische dienst gemaakt. Desondanks heeft de inrichting klager geen toestemming verleend om naar het ziekenhuis te gaan. Na twee weken mocht klager alsnog naar het ziekenhuis. Mede omdat er slechte nazorg is verleend, heeft
klager last van zijn enkel. Klager geeft aan dat er geen sprake is van een medische klacht. De advocaat van klager had contact opgenomen met de inrichting. Klager werd doorverwezen naar de beklagcommissie. De door de directeur voor de beklagcommissie
gegeven toelichting is niet juist.
Klager is bereid om te plassen, maar niet in het bijzijn van een ander. De urinecontrole vond plaats om 15.20 uur. Klager werd ingesloten om 16.30 uur. Aan klager is dus geen vier uur de gelegenheid gegeven om te urineren, maar dat moet volgens klager
los worden gezien van zijn klacht. Er wordt geen rekening gehouden met gedetineerden die niet onder visueel toezicht kunnen urineren. De inrichting hanteert zijn eigen regels.
Wat betreft de arbeid is klager niet zo bezig met productienormen. Arbeid moet in zijn visie als een therapie worden gezien. Hij is overigens niet aangesproken op zijn productie.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De directeur heeft navraag gedaan over de sportvloer. De vloer is niet afgekeurd. Wat betreft de afspraak in het ziekenhuis was klager recent door
de medische dienst gezien. Het was niet nodig meer om naar het ziekenhuis te gaan. De directeur neemt aan dat het ook de inrichtingsarts is die bepaalt of de afspraak in het ziekenhuis doorgang kan vinden. Voor medische klachten geldt overigens een
andere procedure. Klager dient zich hiervoor te wenden tot de Medisch Adviseur van het Ministerie van Justitie. Wat betreft de urinecontrole is de geldende procedure helder. Er zijn geen medische indicaties bekend op grond waarvan bij klager niet onder
toezicht de urinecontrole kan worden afgenomen.

3. De beoordeling
a.
Klager klaagt over het sportveld in de inrichting. Er is niet sprake van een beslissing van de directeur waartegen beklag op grond van artikel 60, eerste lid, Pbw openstaat. De beklagcommissie had klager derhalve niet-ontvankelijk moeten verklaren in
zijn klacht. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van dit onderdeel vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaren.

b.
Voor zover de directeur al betrokken is geweest bij de afzegging van de vervolgafspraak in het ziekenhuis, dan nog kon de directeur afgaan op het oordeel van de medische dienst van de inrichting dat de vervolgafspraak niet (langer) noodzakelijk was.
Dat
klager op een later tijdstip alsnog is toegestaan naar het ziekenhuis te gaan, doet hier niet aan af. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan niet tot een andere beslissing dan die van de beklagcommissie leiden. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden
verklaard.

c en d.
De beroepscommissie is van oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op deze onderdelen van het beklag heeft beslist. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
Wat betreft onderdeel a van het beklag vernietigt de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Wat betreft de onderdelen b, c en d van het beklag verklaart zij het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. H. Heijs en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 29 juni 2006

secretaris voorzitter

Naar boven