Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2367/GA, 30 november 2006, beroep
Uitspraakdatum:30-11-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/2367/GA

betreft: [klager] datum: 30 november 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 september 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) Fleddervoort te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het door de directeur niet toestaan een computer (laptop) in de verblijfsruimte te hebben.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep – zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat de directeur zijn beslissing om het verzoek van klager af te wijzen onvoldoende heeft gemotiveerd. Door alleen naar de huisregels van de z.b.b.i. te verwijzen heeft hij geen belangenafweging gemaakt. Die belangenafweging had
hij
moeten maken nu de huisregels van de z.b.b.i. op dit punt afwijken van de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling). Hier is daarom geen sprake van een algemene regel. De directeur heeft een eigen invulling aan de
algemene regel gegeven. Daarom dient er bij de beslissing waar klager om heeft verzocht een belangenafweging plaats te vinden. Indien de directeur zulks had gedaan, had hij in redelijkheid toestemming moeten geven omdat klager groot belang had bij het
gebruik van die laptop.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagrechter. Voorts heeft hij
– zakelijk weergegeven – nog aangevoerd dat de Regeling op dit punt aan de directeur de mogelijkheid biedt van een nadere invulling in de huisregels van de inrichting. Die laatste huisregels zijn in gevallen als het onderhavige leidend. Computers staan
in de huisregels van de z.b.b.i. vermeld op de lijst van verboden voorwerpen. Tegen de weigering om een computer toe te staan, staat derhalve geen beklag open. Het beroep moet daarom ongegrond worden verklaard.

3. De beoordeling
In de huisregels van de z.b.b.i. De Fleddervoort staat in onderdeel 4.5.1.1 (onder het hoofd Verboden voorwerpen) onder meer opgenomen dat het de gedetineerde niet toegestaan is een computer onder zijn berusting te houden. Dit is een algemene voor
alle
in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende regel. Tegen dat daarin vermelde verbod staat in beginsel geen bezwaar en beroep open, tenzij er sprake zou zijn van strijd met hogere wet- of regelgeving. Het voor de gedetineerde geldende verbod om
een computer onder zich te houden is niet in strijd met hogere wet- of regelgeving, terwijl daarnaast als onweersproken is komen vast te staan dat het verzoek van klager betrekking had op een computer. Hetgeen hiervoor is overwogen leidt daarom – een
en
ander in onderling verband en samenhang bezien – tot het oordeel dat klager niet had behoren te worden ontvangen in zijn beklag. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en klager zal alsnog niet-ontvankelijk worden
verklaard
in zijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 30 november 2006

secretaris voorzitter

Naar boven