Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2172/GA en 06/2185/GA, 29 november 2006, beroep
Uitspraakdatum:29-11-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 06/2172/GA en 06/2185/GA

betreft: [klager] datum: 29 november 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van respectievelijk

[...], hierna te noemen klager en
de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) De Boschpoort te Breda,

gericht tegen een uitspraak van 23 augustus 2006 van de beklagcommissie bij voormeld h.v.b., gegeven op een klacht van klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 3 november 2006, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij het h.v.b. De Boschpoort.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van een envelop met daarin klagers dagboek.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en aan klager een tegemoetkoming van € 10,= toegekend.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers beroep is gericht tegen de hoogte van de toegekende tegemoetkoming. Zijn oma heeft hem gezegd dat de bewaarders gezien hebben dat zij een grote A4-envelop in de brievenbus bij de bezoekzaal heeft gedaan. De envelop kon maar net door de gleuf.
Zij heeft nog aan de bewaarders gevraagd of klager de envelop wel zou ontvangen en zij hebben dit bevestigd, maar klager heeft de envelop niet ontvangen. Klagers oma heeft de envelop om ongeveer negen uur in de bus gedaan. Het bezoek begon om tien over
negen. Tijdens het bezoek zei ze dat ze de envelop net in de brievenbus had gedaan. De beklagcommissie heeft met personeelsleden gesproken en zij zouden bevestigd hebben dat dit is geschied. Een lid van de commissie van toezicht heeft klager opgezocht
op cel en heeft gezegd dat hij geïnformeerd had bij het personeel en dat bevestigd werd dat ze klagers oma iets in de brievenbus hadden zien doen. Oma heeft klager gezegd dat degene die het gezien heeft in het hokje zat en ongeveer 1.80 m lang was.
Klager heeft het vermoeden, maar kan dat niet hard maken, dat de officier van justitie het dagboek heeft achtergehouden als bewijsmateriaal. Het dagboek is een paar centimeter dik. Er zaten multomapblaadjes in een plastic map in. Oma heeft eerder post
in de brievenbus gedaan. Ze wist waar ze de envelop moest deponeren. Het is niet juist dat klager de gehele inhoud van zijn dagboek op floppy heeft staan. De rest staat op zijn pc, maar die is in beslaggenomen. Zeven jaar van zijn negatieve leven ligt
nu op straat. Hij heeft niet gemerkt dat iemand het dagboek in bezit zou hebben. Hij heeft geen vijanden.

Klager heeft ter zitting een aanvullende brief aan de beroepscommissie overgelegd.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Onvoldoende aannemelijk is geworden dat de envelop in de brievenbus is gedaan. Er is onderzoek ingesteld en niet gebleken dat personeelsleden dit gezien zouden hebben. Complexbeveiliging is niet belast met controle op het bezoek. De brievenbus wordt
iedere dag geleegd. Er zijn geen aanknopingspunten dat de envelop daadwerkelijk in de brievenbus is gedaan. De post, die in de brievenbus bij de bezoekzaal wordt gedaan, wordt gecontroleerd en gecensureerd net als alle andere post. Klager stelt dat de
beklagcommissie onderzoek zou hebben ingesteld, maar dit is niet terug te vinden in de motivering van de beklagcommissie. De brievenbus bij de bezoekzaal staat in het gangetje bij de toegangscontrole, waar de voorportier zit. Betwijfeld wordt of het
personeel dit gezien zou kunnen hebben.

3. De beoordeling
Door klager is gesteld dat zijn oma een envelop met daarin zijn dagboek, dat thans zoek is, onder toezicht van twee bewaarders in de brievenbus bij de bezoekzaal heeft gedaan. Door de directeur is gesteld dat na onderzoek niet is gebleken dat
personeelsleden dit gezien hebben en dat er verder ook geen aanwijzingen zijn dat de envelop daadwerkelijk is gepost en zoek is geraakt in de inrichting.
De beroepscommissie is van oordeel dat de stukken en het behandelde ter zitting onvoldoende grondslag bieden voor klagers standpunt. Zij zal klagers beroep ongegrond en het beroep van de directeur gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie
vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van klager ongegrond en het beroep van de directeur gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. D.J. Dee en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 29 november 2006

secretaris voorzitter

Naar boven