Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2007/GA, 19 oktober 2006, beroep
Uitspraakdatum:19-10-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/2007/GA

betreft: [klager] datum: 19 oktober 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.G. Doornbos, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 3 augustus 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij de gevangenis Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde gevangenis in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. M.G. Doornbos om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft - voor zover in beroep aan de orde – de bejegening door de inrichtingsarts.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager heeft in zijn klaagschrift helder te kennen gegeven dat hij nergens fatsoenlijk antwoord op krijgt als hij zijn psychische problemen aankaart bij
de inrichtingsarts. Het verweer van de directeur is uitermate summier en gaat niet in op de klacht. Onduidelijk is op welke feiten en omstandigheden de beklagrechter in zijn uitspraak doelt. Wat betreft het door directeuren en beklagrechters veelal
ingenomen standpunt dat de inrichtingsarts niet onder hun competentie valt verwijst klager naar enkele gepubliceerde uitspraken (DD 2006, 2 pag 215, 216).

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De bejegening van klager door de inrichtingsarts is geen beslissing van de directeur waartegen beklag op grond van artikel 60, eerste lid, Pbw mogelijk is. De uitspraak van de beklagrechter kan daarom niet in stand blijven en klager moet alsnog
niet-ontvankelijk in zijn klacht worden verklaard. Het beklag betreft in het bijzonder de omstandigheid dat klager behandeling door een psychiater wordt onthouden. Daarover is thans nog beroep aanhangig bij de medische beroepscommissie van de Raad (nr
06/1859/GM). In hoofdstuk 7 van de Penitentiaire maatregel zijn hiervoor deels van de Pbw afwijkende procedureregels opgenomen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 19 oktober 2006

secretaris voorzitter

Naar boven