Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2523/GV, 1 november 2006, beroep
Uitspraakdatum:01-11-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/2523/GV

betreft: [klager] datum: 1 november 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 september 2006 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Klager heeft de hele zwangerschap van zijn vrouw niet meegemaakt. Zij heeft twee weken voor de
bevalling
aangegeven dat klager aanwezig kon zijn bij de bevalling maar dat is niet geregeld. Daarna werd klager gevraagd of hij een kraambezoek wilde opdat hij zijn dochter kon zien en ook een paar uurtjes bij haar kon blijven, maar dit is nu ook gewoon
afgewezen. Klagers vrouw heeft duidelijk aangegeven dat zij graag wilde dat klager bij de bevalling aanwezig zou zijn en dat zij het goed vond dat klager een kraambezoek bracht.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het openbaar ministerie heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen toekenning van het verlof en volgens de stukken zou klagers vriendin ook geen bezwaar hebben. Het verzoek is desondanks afgewezen omdat klager preventief gehecht is in verband met
verdenking van zware mishandeling van zijn vriendin. Bezoek aan de vriendin, onder begeleiding van de DV & O, wordt onverantwoord geacht. De Minister is verantwoordelijk voor de ongestoorde uitvoering van de detentie en deze kan niet gegarandeerd
worden
tijdens een bezoek bij deze vriendin, omdat klager ervan verdacht wordt dat hij haar mishandeld heeft. Er zou tijdens dit bezoek een onveilige situatie kunnen ontstaan. Er zijn teveel belemmeringen om een ongestoord bezoek plaats te laten vinden.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van het h.v.b./ISD Rotterdam heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Rotterdam heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verlening van begeleid incidenteel verlof.

3. De beoordeling
Klager is preventief gehecht in verband met verdenking van zware mishandeling van zijn vriendin.

De inrichting, waar klager thans verblijft, heeft positief geadviseerd terzake van het verlenen van incidenteel begeleid verlof. Gesteld wordt dat klagers vriendin toestemming zou hebben gegeven voor het kraambezoek maar een dergelijke verklaring is
niet door klager overgelegd. Nu klager preventief gehecht is in verband met verdenking van zware mishandeling van zijn de vriendin, aan wie hij een kraambezoek wenst te brengen, is de beroepscommissie van oordeel dat dit een contra-indicatie vormt voor
verlofverlening, die een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de Minister, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder f. en g. van
de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI), niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 1 november 2006

secretaris voorzitter

Naar boven