Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1488/GB, 23 oktober 2006, beroep
Uitspraakdatum:23-10-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/1488/GB

Betreft: [klager] datum: 23 oktober 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.P. van der Graaf, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 mei 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 16 juni 2004 preventief gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring te Haarlem. Op 28 april 2006 is hij geplaatst in de gevangenis Ter Apel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
De familie van klager is woonachtig in Rotterdam. De echtgenote van klager is de Nederlandse taal niet machtig. Zij hebben samen een jonge zoon met een verstandelijke handicap wiens verzorging en opvoeding een zware taak voor klagers echtgenote
inhouden. Daarbij dient klagers echtgenote gebruik te maken van het openbaar vervoer om haar partner in Ter Apel te bezoeken. Zij is echter niet in staat om met de trein te reizen in verband met een angststoornis zoals blijkt uit de medische
verklaring.
De buitengewoon lange reistijd, de angststoornis van klagers echtgenote en het feit dat zij moet rondkomen van een minimum inkomen maken het voor haar alsmede voor de zoon nagenoeg onmogelijk om klager te bezoeken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Ten tijde van de selectie, en overigens nog steeds, had de inrichting van klagers voorkeur, in de omgeving van Rotterdam, een zeer lange wachtlijst. Omwille van een snelle doorstroming en het optimaal benutten van de celcapaciteit is besloten om klager
te plaatsen in de gevangenis Ter Apel, een inrichting die nauwelijks een wachtlijst kende op dat moment. Uit de medische verklaring blijkt dat de moeder van klager lijdt aan angststoornissen, waardoor zij niet in staat zou zijn met de trein te reizen.
In diezelfde medische verklaring wordt duidelijk vermeld dat zij in staat is om zich met een auto te verplaatsen. Een en ander betekent dat zij dus in staat moet worden geacht haar zoon in Ter Apel te bezoeken. Haar angststoornissen staan autorijden
kennelijk niet in de weg.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Ter Apel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat klagers echtgenote samen met haar gehandicapte zoon ruim twee uur moet reizen met het openbaar vervoer om klager te kunnen bezoeken. Daarnaast blijkt uit de medische verklaring van de arts d.d. 10 april 2006
dat de moeder van klager lijdt aan angststoornissen waardoor zij niet met het openbaar vervoer kan reizen. Zij kan slechts met de auto naar Rotterdam en omstreken reizen. De beroepscommissie is van oordeel dat sprake is van zodanig zwaarwegende
bezoekproblemen, dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. Het beroep zal gegrond worden
verklaard. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming, nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing ongedaan zijn te maken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schinkel, secretaris, op 23 oktober 2006

secretaris voorzitter

Naar boven