Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1545/GA, 19 oktober 2006, beroep
Uitspraakdatum:19-10-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1545/GA

betreft: [klager] datum: 19 oktober 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 juni 2006 van de beklagcommissie bij de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde gevangenis in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde – de weigering toestemming te verlenen voor het invoeren van een poster.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep –samengevat weergegeven - als volgt toegelicht. De beklagcommissie heeft niet binnen de in artikel 67, eerste lid, Pbw gegeven termijn van vier weken op het beklag beslist.
Deze
termijn is niet door de beklagcommissie verlengd. De beklagcommissie heeft het standpunt van de directeur klakkeloos overgenomen. In de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen en in de huisregels van de gevangenis De IJssel staat dat het
voorhanden hebben van maximaal vijftien foto’s is toegestaan, niet zijnde polaroid foto’s, kaarten of posters, waarbij de totale grootte de grootte van het foto- of ophangbord niet mag overschrijden. Foto’s en posters zijn dus wel toegestaan. De foto
danwel poster is niet groter dan het foto- of ophangbord. De foto is ook niet van klagers vriendin. Het gaat om nette commerciële foto’s van naakte vrouwen.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt toegelicht. De invoer van naaktfoto’s van de vriendin van klager is eerder geweigerd. Vervolgens heeft klager een erotische poster willen invoeren.
Klager vestigt op de afdeling veel aandacht op zich met zijn vrije seksuele opvattingen. De directeur wil voorkomen dat er toespelingen worden gemaakt over de vriendin van klager. Gezien het gedrag van klager en de wijze waarop hij met zijn vriendin te
koop loopt kan dit tot escalaties leiden die de directeur wil voorkomen. Het ophangen van grote erotische foto’s die ook nog de omvang van het prikbord overschrijden acht de directeur ongewenst.

3. De beoordeling
Voor zover klager heeft bedoeld dat zijn beroep gegrond moet worden verklaard omdat de beklagcommissie niet binnen de in artikel 67, eerste lid, Pbw gestelde termijn op het beklag heeft beslist, overweegt de beroepscommissie dat aan de overschrijding
van deze termijn door de wetgever geen gevolgen zijn verbonden en er mitsdien ook geen aanleiding bestaat om het beroep om die reden gegrond te verklaren.

Op grond van onderdeel 4.5.1.2 van de bijlage bij de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen is het de gedetineerde toegestaan maximaal vijftien foto’s, niet zijnde zogenaamde polaroidfoto’s, kaarten of posters, waarbij de totale grootte
de
omvang van het foto- of ophangbord niet mag overschrijden, onder zijn berusting te houden. De beroepscommissie leest hierin dat polaroidfoto’s, kaarten of posters niet zijn toegestaan en dat voor de toegestane foto’s de totale grootte de omvang van het
foto- of ophangbord niet mag overschrijden. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan derhalve naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 19 oktober 2006

secretaris voorzitter

Naar boven