Nummer: 06/1740/GB
Betreft: [klager] datum: 17 oktober 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 3 juli 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Tilburg afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 21 april 2006 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. De Boschpoort te Breda.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. Tilburg als volgt toegelicht.
Het verzoek om overplaatsing naar het h.v.b. Tilburg is afgewezen omdat de reisafstand tussen Tilburg en Breda niet onredelijk groot is. Op zich is dat juist maar klager heeft zakelijke belangen in verband waarmee hij snel moet kunnen reageren op
eventuele post en daarnaast is het voor zijn echtgenote, die hoogzwanger is, belastend om de reis van Tilburg naar Breda te maken. Daarnaast kan klager in Tilburg meer onderwijs volgen dan in Breda, hetgeen ook na de afdoening van zijn strafzaak van
belang is. In Breda kan maximaal twee uren per week onderwijs worden gevolgd en kan niet worden deelgenomen aan trajecten. In Tilburg is dat wel mogelijk en daardoor wordt er daar meer tijd vrijgemaakt voor onderwijs. Klager wil een boekhoud- en een
makelaarsopleiding volgen. Klager heeft nu een jachtwerf en bemiddelt daarbij in de koop en verkoop van boten. Hij wil later graag verder gaan als botenmakelaar.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Verzoeker is ingesloten voor het arrondissementsparket te Breda en verblijft in het h.v.b. De Boschpoort in Breda. Hij heeft om overplaatsing naar het h.v.b. Tilburg verzocht omdat de bezoektijden in Breda niet goed te combineren zijn met de vrije uren
van zijn schoolgaande zoontje, waardoor deze hem slechts éénmaal per maand kan bezoeken. Daarnaast zou het niet goed gaan met zijn zwangere vriendin en kan hij vanuit Breda zijn zakelijke belangen moeilijker behartigen. De door klager gestelde
schoolperikelen van zijn zoontje, de onwil van de moeder van zijn zoontje om hem vaker op bezoek te laten komen en de lichamelijke problemen van zijn vriendin zijn niet nader feitelijk onderbouwd en dus niet controleerbaar. De reisafstand van Tilburg
naar Breda kan als zeer redelijk worden beschouwd en het bijkomende ongemak ten aanzien van zijn zakelijke belangen is een logisch gevolg van klagers detentie. Voorts geldt nog dat, indien klager naar Tilburg zou worden overgeplaatst, hij na afdoening
van de strafzaak opnieuw zou moeten worden overgeplaatst omdat de penitentiaire inrichting Tilburg geen gevangenisregime heeft.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. De door klager als redenen voor een overplaatsing naar het h.v.b. Tilburg aangevoerde omstandigheden zijn onvoldoende aannemelijk geworden. Daarnaast zijn die omstandigheden (voor een deel) inherent aan de aard van de detentie.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris wordt daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk geacht.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 17 oktober 2006
secretaris voorzitter