Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1486/GA, 6 oktober 2006, beroep
Uitspraakdatum:06-10-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1486/GA

betreft: [klager] datum: 6 oktober 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 mei 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (p.i.) Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet halal zijn van de voeding/maaltijden die worden aangeleverd door de cateraar.

De beklagrechter heeft klager voor zover hij zijn klacht namens zijn medegedetineerden doet, niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. De beklagrechter heeft het beklag ten aanzien van het aan
klager als moslim verstrekken van “verboden” vlees ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Op de zitting van 13 april 2006 heeft de voorzitter van de commissie aan klager beloofd dat er een officieel onderzoek zou worden ingesteld naar deze kwestie, helemaal omdat in de zaak valse papieren zijn overgelegd. Toen klager is overgeplaatst naar
Rotterdam is het beklag afgesloten zonder dat er enig onderzoek was ingesteld. Klager wil in beroep tegen dit resultaat omdat het indruist tegen de wet. Hij heeft papieren in zijn bezit die dat ondersteunen.

De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht. Wel is volledigheidshalve de nieuwe halalverklaring nogmaals overgelegd.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat niet is gebleken dat er in deze zaak onvoldoende onderzoek is gedaan naar de verstrekking van halal voedsel. De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagrechter op goede gronden en met juistheid op het beklag
heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schinkel, secretaris, op 6 oktober 2006

secretaris voorzitter

Naar boven