Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1522/GA, 28 september 2006, beroep
Uitspraakdatum:28-09-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1522/GA

betreft: [klager] datum: 28 september 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de vaststelling van een tegemoetkoming van 17 mei 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij het huis van bewaring Nieuw Vosseveld te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 15,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende vermissing van zijn Playstation II, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat het bedrag in geen enkele verhouding staat tot de door hem geleden schade. Bovendien is er helemaal geen rekening mee gehouden dat hij meer dan een jaar geen gebruik
heeft kunnen maken van zijn Playstation II.

De directeur heeft, hoewel hem daarom is verzocht, zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemd ongemak bestond voor
klager uit het niet kunnen beschikken over zijn Playstation II. De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk
383893/93/DJ,
een verzoek om schadevergoeding richten aan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter. De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de toegekende tegemoetkoming juist is. Het beroep zal dan
ook
ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schinkel, secretaris, op 28 september 2006

secretaris voorzitter

Naar boven