Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1473/GB, 22 september 2006, beroep
Uitspraakdatum:22-09-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/1473/GB

Betreft: [klager] datum: 22 september 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 mei 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.)/ISD Rotterdam te Hoogvliet afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 11 juni 2005 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b./ISD Rotterdam te Rotterdam en is vervolgens op 12 juni 2006 overgeplaatst naar de locatie Het Veer (h.v.b.) te Amsterdam. Op 13 juli 2006 is hij overgeplaatst
naar de forensische schakelunit Nieuw Vosseveld (h.v.b.) te Vught.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b./ISD Rotterdam te Hoogvliet als volgt toegelicht.
Klager is geen speelgoed. Een sterke geur van ontbinding beschadigt sedert zijn aanhouding klagers gezondheid. De rechter was het er mee eens om klager over te plaatsen naar Hoogvliet. Klager zoekt met niemand problemen. Psychologen en
selectiemedewerkers moeten maar iets anders zien te doen. De uitgebrachte rapportage is een misdaad jegens klagers persoon. Verblijf op een BZA zorgt voor beschadiging van klagers (geestelijke) gezondheid. Klager wil zo spoedig mogelijk naar Hoogvliet
worden overgeplaatst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager verbleef op de BZA van het h.v.b./ISD Rotterdam te Rotterdam. Een overplaatsing naar Hoogvliet behoort niet tot de mogelijkheden, omdat er in Hoogvliet geen BZA gesitueerd is. Klager is op 12 juni 2006 overgeplaatst naar de locatie Het Veer,
hetgeen duidelijk maakt dat het verzoek van klager om overgeplaatst te worden naar Hoogvliet terecht is afgewezen. Blijkbaar heeft hij zich niet kunnen handhaven op de BZA.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager heeft een BZA-indicatie en is tijdelijk overgeplaatst naar Het Veer omdat hij meer medische begeleiding nodig had dan hem in het regime van de BZA kon worden geboden en verblijft thans op een forensische schakelunit. Klager prefereert
plaatsing in het h.v.b./ISD Rotterdam te Hoogvliet. De beroepscommissie is van oordeel dat nu het h.v.b./ISD Rotterdam te Hoogvliet niet over een BZA beschikt, terwijl klager zoals eerder vermeld een BZA-indicatie heeft, de op de onder 3.2 genoemde
gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 22 september 2006

secretaris voorzitter

Naar boven