nummer: 06/989/GA
betreft: [klager] datum: 14 september 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 5 april 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij het huis van bewaring (h.v.b.) Tilburg, voor zover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld h.v.b. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 10,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de vermissing van een horloge en het beschimmelen van kleding, zulks bij gelegenheid van de overplaatsing vanuit de
penitentiaire inrichting Vught, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat hij zijn horloge kwijt is geraakt en omdat zijn kleding verrot en beschimmeld is. Die kleding heeft klager daarom moeten weggooien. Klager is van mening dat de
toegekende
tegemoetkoming geen recht doet aan de door hem ondervonden schade.
De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.
3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemd ongemak bestond voor
klager uit de vermissing van een horloge en het onbruikbaar worden van de hem toebehorende kleding. Gelet op die omstandigheden moet de door de beklagrechter toegekende tegemoetkoming te gering geacht worden.
Bij gebrek aan andere aanknopingspunten zal de beroepscommissie de tegemoetkoming vaststellen als na te melden.
De beroepscommissie merkt nog op, dat de tegemoetkoming niet is bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om
schadevergoeding richten aan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beslissing van de beklagrechter voor zover in beroep aan de orde en kent klager een tegemoetkoming toe van
€ 50,=.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 14 september 2006
secretaris voorzitter