Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1239/GA en 06/1831/GA, 13 september 2006, beroep
Uitspraakdatum:13-09-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1239/GA en 06/1831/GA

betreft: [klager] datum: 13 september 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H.M.S. Cremers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen twee uitspraken van 8 mei 2006 van de beklagcommissie bij de gevangenis/ISD Nieuw Vosseveld te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 18 augustus 2006, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, zijn gehoord klagers raadsvrouw voornoemd, en [...], unit-directeur bij de gevangenis/ISD Nieuw Vosseveld.
Klager, die inmiddels in Wolvenplein II verblijft, de zeer beperkt beveiligde inrichting van de p.i. Utrecht in Vught, is niet ter zitting verschenen. Zijn raadsvrouw heeft verzocht om behandeling van het beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie
Het beklag betreft voor zover in beroep aan de orde:
a. een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van zeven dagen, omdat klager fysiek geweld heeft gebruikt jegens een medegedetineerde;
b. het feit dat klagers TR-traject voor drie maanden is stopgezet.

De beklagcommissie heeft beide klachten ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers grootste punt betreft het feit dat hij twee sancties heeft gekregen. Klager had recht om te bellen, maar een medegedetineerde was nog aan het bellen. Klager heeft die medegedetineerde daarop aangesproken. Die medegedetineerde heeft klager
aangevallen en klager heeft zich alleen verweerd. Toch hebben ze allebei een sanctie gekregen. Klager vindt de opgelegde straf te hoog, omdat hij niet de agressor was. Daarnaast is klagers TR-traject stopgezet. Het lijkt nu alsof die laatste beslissing
is gebaseerd op een optelsom van omstandigheden, maar zo heeft klager dat niet ervaren. In de isoleercel is klager al medegedeeld dat zijn traject zou worden opgeschort. Er werd daarbij verwezen naar een eerder incident waar klager bij was betrokken,
maar die zaak liep nog en was nog niet uitgeprocedeerd. Bij de beslissing tot opschorting van het TR-traject is de straf meegenomen, hetgeen neerkomt op dubbele bestraffing. Dit is in strijd met het ne bis in idem beginsel en daarmee in strijd met de
wet. Het was de raadsvrouw niet bekend dat de consequentie van de opschorting van klagers TR-traject was dat hij ook naar een andere afdeling is overgeplaatst.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er heeft zich een incident bij de telefoon voorgedaan. Afspraak is dat de gedetineerden zelf een lijstje bijhouden voor het telefoneren. Gaat dat niet goed, dan grijpt het personeel in. Wat zich precies heeft afgespeeld is niet duidelijk. Het
dienstdoende personeel heeft wel gezien dat klager de deur van de telefooncel heeft opengetrokken en stampei heeft gemaakt. Daarna is hij weggelopen en de cel van een ander ingegaan. Vervolgens werd het personeel door gedetineerden getipt over een
vechtpartij in die cel. Klager en de beller die hij eerder had aangesproken waren aan het vechten en moesten uit elkaar worden getrokken. Eén en ander is beschreven in het rapport. Tijdens het horen kreeg de directeur twee verhalen te horen en was niet
duidelijk wie de agressor was. Bij de strafoplegging is niet gesproken over het TR-traject. De directeur heeft eerst contact opgenomen met het TR-bureau. Medewerkers van het TR-bureau zijn wel bij klager langs geweest in de strafcel om te praten over
het TR-traject. Hij gooide toen de kont tegen de krib. Bij de beslissing om klager uit het TR-traject te zetten is alles meegenomen wat klager tot dan toe had gedaan en gezegd. Klager heeft in de strafcel gezegd dat hij die andere gedetineerde kapot
zou
maken. Daarnaast was het de tweede keer dat klager was betrokken bij een vechtpartij. In de klachtzaak betreffende die eerdere vechtpartij was door de beklagcommissie al uitspraak gedaan. Binnen de gevangenis is op unit 6 een afdeling gecreëerd voor
niet-gemotiveerde mensen die verwijtbaar uit het TR-traject zijn gezet. Unit 3 is voor positieve en gemotiveerde mensen. De overplaatsing naar unit 6 is een direct gevolg van de beslissing tot uitzetting uit het TR-traject. Tot de interne overplaatsing
is de directeur bevoegd. De beslissing met betrekking tot het TR-traject is van het TR-bureau. Die beslissing staat niet op schrift. De directeur adviseert het TR-bureau.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve op dit onderdeel ongegrond worden
verklaard.

Met betrekking tot b.
Een schriftelijk vastgelegde beslissing dat klagers TR-traject voor de duur van drie maanden wordt stopgezet is niet voorhanden. Het begrip TR komt in de regelgeving niet voor. Derhalve ligt niet vast wie tot de beslissing met betrekking tot het
TR-traject bevoegd is. De directeur heeft zich op het standpunt gesteld dat van een beslissing van de directeur geen sprake is, maar dat hij slechts adviseert. De beslissing zou liggen bij het TR-bureau, welke beslissing hij de gedetineerde slechts
mededeelt. Naar het oordeel van de beroepscommissie wordt de beslissing om klagers TR-traject tijdelijk stop te zetten genomen door of namens de directeur. Dit is in overeenstemming met het draaiboek zoals dit is vervat in het Programma Terugdringen
Recidive, DJI, z.j., p. 14. Daar is immers sprake van een mandaat door de locatiedirecteur aan het hoofd van het Coördinatiebureau Terugdringen Recidive.
Uit de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen blijkt dat de beslissing om klagers TR-traject tijdelijk stop te zetten is genomen omdat hij voor de tweede keer was betrokken bij een vechtpartij, in verband met zijn dreigende uitlatingen
richting de bij de vechtpartij betrokken medegedetineerde en zijn negatieve uitlatingen tegen medewerkers van het TR-bureau over het TR-traject. De beroepscommissie is van oordeel dat die beslissing bij afweging van alle in aanmerking komende belangen
niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Het beroep zal ook op dit onderdeel ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep op beide onderdelen ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagcommissie, met betrekking tot onderdeel b. met aanvulling van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. J. Lamens, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 13 september 2006

secretaris voorzitter

Naar boven