Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1780/GA, 11 september 2006, beroep
Uitspraakdatum:11-09-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1780/GA

betreft: [klager] datum: 11 september 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.V. van der Bom, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 juli 2006 van de beklagcommissie bij de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel, betreffende – kortweg – bibliotheekbezoek en arbeidsloon,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde gevangenis in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Op grond van het bepaalde in artikel 69, eerste lid, van de Pbw dient het met redenen omklede beroepschrift binnen de daarvoor gestelde termijn worden ingediend bij de Raad. Op 17 juli 2006 is bij de Raad per fax een door de raadsman ingediend
beroepschrift ontvangen. In dat beroepschrift, dat niet met redenen is omkleed, verzoekt de raadsman in de gelegenheid te worden gesteld om de gronden voor het beroep binnen een redelijke termijn aan te mogen vullen. Op 3 augustus 2006 is klagers
raadsman schriftelijk bericht dat hij in de gelegenheid wordt gesteld om binnen tien dagen na dagtekening de redenen voor het beroep alsnog in te dienen. Daaraan is niet voldaan. Gelet daarop moet worden geoordeeld dat het beroepschrift met betrekking
tot de redenen voor het beroep niet voldoet aan de eis van artikel 69, eerste lid, van de Pbw. Klager kan daarom niet worden ontvangen in zijn beroep.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 11 september 2006

secretaris voorzitter

Naar boven