Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1189/GB, 31 augustus 2006, beroep
Uitspraakdatum:31-08-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/1189/GB

Betreft: [klager] datum: 31 augustus 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.G. van den Biezenbos, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 mei 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten (b.g.g.) Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 11 november 2005 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Roermond. Op 28 april 2006 is hij geplaatst in de b.g.g. Nieuw Vosseveld, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager meent geschikt te zijn voor een verblijf in een regime van algehele gemeenschap. Hij betwist dat er regelmatig sprake zou zijn van agressief gedrag, schelden en dreigen en ook dat hij met regelmaat spullen van medegedetineerden zou pakken.
Klager
heeft erkend dat er een incident heeft plaatsgevonden met de gevangeniswinkel. Voor het overige stelt klager dat er geen sprake is van agressief gedrag noch van het wegnemen van goederen van medegedetineerden. Hij ontkent bovendien extremistische
uitspraken te hebben gedaan.
Voordat klager in de b.g.g. Nieuw Vosseveld werd geplaatst, kreeg hij nog een selectieadvies voor een beperkt beveiligde inrichting. Hij heeft zeven maanden lang geen rapport gekregen. Daarbij heeft hij als deelnemer van de gedetineerdencommissie het
vertrouwen van de afdeling genoten. Klager zou graag in de gelegenheid worden gesteld het beroep mondeling toe te lichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 27 april 2006 geselecteerd voor de b.g.g. Nieuw Vosseveld. De selectie vond plaats op basis van de ontvangen informatie waarin duidelijk is aangegeven dat klager regelmatig negatief gedrag vertoont. Zo was er regelmatig sprake van verbaal
agressief gedrag naar lotgenoten, uitte hij discriminerende opmerkingen, provoceerde hij het personeel door hen met Hitler te vergelijken en hanteerde hij de Hitlergroet. Naast vermelde punten is klager betrapt op het stelen van spullen van lotgenoten.
Hij ontkende dit aanvankelijk maar heeft uiteindelijk toegegeven dat hij zich daar schuldig aan had gemaakt. Geruime tijd heeft men getracht hem te corrigeren in zijn gedrag. Helaas bleek hij niet ontvankelijk voor correcties en bleef hij op
luidruchtige wijze discriminerende opmerkingen maken.
Op 26 april 2006 eigende klager zich opnieuw goederen van lotgenoten toe en dit schoot bij de lotgenoten in het verkeerde keelgat. Het gevolg was dat het personeel hem voor zijn eigen veiligheid in afzondering moest plaatsen. Dat een en ander juist is,
blijkt uit het feit dat klager zelf ook om afzondering vroeg omdat hij zich niet meer veilig voelde.
Kortom, klager heeft in het h.v.b. Roermond voor de nodige onrust gezorgd en wegplaatsing bleek uiteindelijk noodzakelijk. Gezien de getoonde opstelling moest dit een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap zijn.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klager en zijn raadsman om het beroep mondeling toe te lichten af.

4.2. De gevangenis Nieuw Vosseveld is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.3. Een tot gevangenisstraf veroordeelde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap, tenzij hiervoor op grond van de persoonlijkheid en/of het gedrag van de betrokkene gewichtige contra-indicaties bestaan.
Klager heeft zich verbaal agressief gedragen tegen medegedetineerden, heeft discriminerende opmerkingen naar hen gemaakt en heeft het personeel geprovoceerd. Ook heeft klager medegedetineerden bestolen. Daarnaast is klager niet of onvoldoende
corrigeerbaar. Door zijn opstelling veroorzaakt klager teveel onrust bij medegedetineerden en het personeel.
De selectiefunctionaris heeft de omtrent klagers persoonlijkheid en gedrag verstrekte gegevens in redelijkheid kunnen aanmerken als een contra-indicatie in bovenbedoelde zin. Derhalve is de beslissing klager vooralsnog te plaatsen in een inrichting met
een regime van beperkte gemeenschap niet als onredelijk of onbillijk aan te merken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 31 augustus 2006.

secretaris voorzitter

Naar boven