Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1822/GV, 25 augustus 2006, beroep
Uitspraakdatum:25-08-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1822/GV

betreft: [klager] datum: 25 augustus 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mevrouw mr. H. Bos, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 juli 2006 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is aangevoerd dat het verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit is als volgt toegelicht. Klager heeft als verlofadres het adres van zijn moeder opgegeven, [straat] te Duivendrecht. Voor zijn
detentie heeft klager op dit adres gewoond. Hij is hier in februari 2005 naar toe verhuisd in verband met de echtscheiding met zijn vrouw. Klager staat ook ingeschreven op dit adres. De andere mensen die op dit adres staan ingeschreven zijn allen
familie van klager. Onduidelijk is waaruit de ernstige twijfels over dit adres zouden kunnen bestaan. Ten aanzien van de ontnemingsvordering heeft klager een verzoek tot het betalen in termijnen gedaan aan het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB).
Hierop is nog geen reactie gekomen. Tegen de terugvordering bijstand door de gemeente Diemen loopt nog een bestuursrechtelijke procedure waarin nog niet onherroepelijk is beslist. Dat klager zich aan zijn detentie zou onttrekken vanwege de nog niet
afbetaalde ontnemingsvordering en de schuld aan de gemeente Diemen is derhalve onvoldoende gemotiveerd. Het huis aan de [straat] te Duivendrecht staat inderdaad op de naam van klagers moeder, hetgeen niet ongebruikelijk is bij een huurcontract. De zes
personen die er wonen zijn klagers moeder, zus, schoonzus, twee kinderen en klager zelf. Een ontnemingsvordering heeft geen invloed op de einddatum van de detentie en mag daarom niet gebruikt worden om een verlof af te wijzen. Het gebruikte argument
dat
klager mogelijk zou ontvluchten is nergens op gebaseerd en is erop gericht klager zo lang mogelijk in detentie te houden in plaats van hem een kans te geven op resocialisatie. Uit het advies van de inrichting blijkt dat er geen grond is voor een
negatief advies. Het negatief advies strookt niet met de rapportages.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De directeur van de inrichting heeft negatief geadviseerd op het verzoek om algemeen verlof op grond van het gedrag van klager binnen de inrichting. Klager wil het verlof doorbrengen
bij zijn moeder. Uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) blijkt dat klager inderdaad op dit adres staat ingeschreven. De politie merkt op dat er zes personen op dit adres staan ingeschreven terwijl volgens de woningbouwvereniging alleen klagers
moeder aldaar woonachtig is. Het OM adviseert negatief ten aanzien van een te verlenen verlof. Uit onderzoek is gebleken dat klager nimmer op het aangegeven adres heeft verbleven. Het feit dat klager een verlofadres opgeeft, wil dus nog niet zeggen dat
hij ook daadwerkelijk zijn verlof op dit adres zal doorbrengen. Daarnaast bestaat er een kans dat klager zal ontvluchten naar het buitenland, omdat hij in een echtscheidingsprocedure is verwikkeld en nog geconfronteerd wordt met een
ontnemingsvordering.
Klager is eerder veroordeeld voor een soortgelijk delict. Alles overziend is besloten het verzoek om verlof af te wijzen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht. De directeur van de gevangenis Veenhuizen heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. De officier van justitie bij het Landelijk Parket te Schiphol heeft bezwaren tegen
verlofverlening. De politie te Ouderkerk aan de Amstel heeft aangegeven dat op het aangegeven verlofadres zes personen in het GBA staan ingeschreven. Volgens de woningbouwvereniging is enkel de moeder op het betreffende adres ingeschreven.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek, wegens valsheid in geschrifte. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 26 april 2007.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Als reden voor de afwijzing van het verlof wordt door de Minister aangevoerd klagers gedrag in de inrichting, het door klager opgegeven verlofadres en het risico dat klager naar het buitenland zal vluchten gelet op de echtscheidingsprocedure waarin hij
is verwikkeld en een nog lopende vordering wegens sociale zekerheidsfraude en een ontnemingsvordering. De beroepscommissie vindt in het vorenstaande onvoldoende grond voor de conclusie dat er onvoldoende vertrouwen is in een goed verloop van het
verlof.
Het is immers niet relevant of klager eerder op het verlofadres heeft verbleven en hoeveel personen thans op het verlofadres verblijven. Het feit dat klager verwikkeld is in een echtscheidingsprocedure en geconfronteerd werd met een ontnemingsvordering
levert op zich geen grond op om te veronderstellen dat klager zal pogen te vluchten. Gelet hierop dient het beroep gegrond te worden verklaard. De Minister zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De
beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken (na
ontvangst).

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.G. Bosch, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 25 augustus 2006

secretaris voorzitter

Naar boven