Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1599/JA, 23 augustus 2006, beroep
Uitspraakdatum:23-08-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1599/JA

betreft: [klager] datum: 23 augustus 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj)) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1987], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 12 mei 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Hartelborgt te Spijkenisse, voorzover deze betreft de vaststelling dat geen tegemoetkoming wordt toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde j.j.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft geen tegemoetkoming vastgesteld, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag over onbegeleid bezoek, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Klager had op zijn minst verwacht dat hem nogmaals een onbegeleid bezoekmoment zou worden geboden.
Klager prefereert een schriftelijke afhandeling van zijn beroep omdat hij al een keer voor een zitting naar j.j.i. Den Engh te Den Dolder is vervoerd en de cel waar hij toen voor en na de zitting moest verblijven niet prettig vond. Ook in verband met
de
reistijd wil klager niet meer ter zitting verschijnen in Den Engh.

De directeur heeft het standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing van de directeur niet meer ongedaan zijn te maken, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door de jeugdige ondervonden ongemak. Als maatstaf
daarvoor kunnen gemiste faciliteiten of activiteiten dienen.
In dit geval is aan klager een onbegeleid bezoek verleend dat in verband met het feit dat de groepsleider in een ruimte naast de bezoekruimte verbleef met de deur open niet het private karakter had dat van een onbegeleid bezoek mag worden verwacht.
Hiervan uitgaande is het niet toekennen van een tegemoetkoming naar het oordeel van de beroepscommissie in dit geval onjuist. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een tegemoetkoming vaststellen van € 5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en stelt de tegemoetkoming voor klager vast op € 5,=.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.A. Flinterman, voorzitter, mr. F.G.A. ten Siethoff en drs. H.P.J. Vos, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 augustus 2006

secretaris voorzitter

Naar boven