Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1344/GA, 18 augustus 2006, beroep
Uitspraakdatum:18-08-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1344/GA

betreft: [klager] datum: 18 augustus 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 april 2006 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 juli 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. G. Nijland, en de heer [...], hoofd beveiliging, namens de directie van het h.v.b.
Alphen aan den Rijn.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van 14 dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, waarvan zeven dagen voorwaardelijk, wegens het niet opvolgen van bevelen door of namens de directeur gegeven.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager en zijn celgenoot gingen tijdens het luchtmoment niet luchten zodat ze hun borden konden wassen en hun eten konden opwarmen. Andere gedetineerden, die wel gingen luchten, gingen echter snel de magnetron gebruiken, waardoor klager moest wachten.
Het was voor klager noodzakelijk om te eten omdat hij ibuprofen moest slikken voor zijn kies. Medegedetineerden konden, in tegenstelling tot klager, wel luchten en eten opwarmen. Er wordt met twee maten gemeten. Dat is niet terecht.

Namens de directie is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beslissing van de beklagcommissie kan worden bevestigd. De onderliggende rapportage is duidelijk. In dit geval is er niet met twee maten gemeten.

3. De beoordeling
Klager heeft zijn eten in de keuken opgewarmd. Dit was hem niet toegestaan omdat hij ervoor had gekozen geen gebruik te maken van het luchtmoment en, zoals hem bekend was, zou worden ingesloten. Het niet opvolgen van een door of namens de directeur
gegeven bevel is onverenigbaar met de orde of de veiligheid in de inrichting. De beslissing van de directeur om een disciplinaire straf op te leggen is, mede gelet op het feit dat klager kort tevoren reeds was aangesproken op zijn gedrag, niet
onredelijk of onbillijk. Het door klager gepleegde feit wordt niet zodanig ernstig geacht, dat dit een disciplinaire straf van 14 dagen, waarvan zeven dagen voorwaardelijk, rechtvaardigt. De directeur had in dit geval kunnen volstaan met een
disciplinaire straf van zes dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, waarvan drie dagen voorwaardelijk. Voor zover de disciplinaire straf langer heeft geduurd wordt het meerdere niet redelijk en billijk geacht. Derhalve kan de
uitspraak van de beklagcommissie niet in stand blijven en dient het beklag in zoverre gegrond te worden verklaard.

Nu de gevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden komt aan klager ter zake van het door hem ondervonden ongemak een financiële tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal de hoogte van de tegemoetkoming vaststellen op

30,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond ten aanzien van de duur van de opgelegde disciplinaire straf, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart in zoverre het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 30,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van
mr. L. de Greef, secretaris, op 18 augustus 2006

secretaris voorzitter

Naar boven