Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0523/TB-tusenbeslissing, 8 augustus 2006, beroep
Uitspraakdatum:08-08-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/523/TB - tussenbeslissing

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr.ing. T.P. Klaasen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 31 januari 2006 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 1 juni 2006, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr.ing. T.P. Klaasen, en namens de Minister, [...] en [...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager over te plaatsen naar een voorziening voor ongewenste vreemdelingen en illegaal verblijvenden van FPC Veldzicht te Balkbrug (hierna: Veldzicht).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 26 september 2000 ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Bij beschikking van 13 april 2001 is klager tot ongewenst vreemdeling verklaard. Op het door
klager hiertegen ingediende bezwaar is nog niet beslist. De Minister heeft op 31 januari 2006 beslist klager over te plaatsen naar Veldzicht. Deze overplaatsing is op 24 februari 2006 gerealiseerd.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn overplaatsing naar Veldzicht. De moeder en zus van klager hebben inmiddels geldige verblijfspapieren voor Nederland gekregen. Tegen de ongewenstverklaring heeft klager bezwaar aangetekend. Hierop is nog geen
beslissing genomen. Het Bureau Medische Advisering van het Ministerie van Justitie zal naar verwachting in augustus of september een advies uitbrengen over de ongewenstverklaring. Klager meent dat er voor hem wel degelijk mogelijkheden aanwezig zijn
voor een concreet resocialisatieperspectief. Volgens Veldzicht worden alleen vreemdelingen opgenomen als de ongewenstverklaring onherroepelijk is. Gelet op de nog lopende bezwaarprocedure is de beslissing klager in Veldzicht te plaatsen opmerkelijk.
Het standpunt van de Minister dat geen sprake is van een acute pathologie is gelet op de overgelegde rapportages dubieus. Bij klager is sprake van schizofrenie. De pathologie van klager is dermate dat hij in een andere tbs-inrichting zou moeten
verblijven. In Georgië is geen goede vervolgopvang beschikbaar. Er is maar één kliniek en die voldoet niet aan de eisen die in Nederland aan tbs-klinieken en algemeen psychiatrische ziekenhuizen worden gesteld. Er is geen alternatief voorhanden. De
klinieken zijn onhygiënisch en er is sprake van veel geweld. In een ruimte verblijven 20 mensen. Een terugkeer van klager naar Georgië heeft negatieve consequenties voor zijn gezondheid. Klager vindt het onacceptabel dat in het nieuwe beleid van de
Minister om illegalen te stimuleren terug te keren naar het land van herkomst, de visies hieromtrent ineens veranderen. Over de vervolgopvang in Georgië zal nader onafhankelijk onderzoek nodig zijn alvorens daar een verantwoorde beslissing over genomen
kan worden.
Klager wil naar een normale tbs-inrichting waar hij beter wordt verzorgd en waar er meer vertrouwen bestaat tussen patiënten en personeel. In Veldzicht krijgt klager minder verzorging. Het personeel doet niets. In Flevo Future Utrecht kreeg klager meer
activiteiten aangeboden. Hij heeft daar ook behoorlijk gefunctioneerd. Klager heeft de indruk dat voor de Minister het doorstromingsaspect belangrijker is. Gelet op de onzekerheid van de uitkomst van de bezwaarprocedure tegen de ongewenstverklaring,
meent klager dat deze uitkomst eerst moet worden afgewacht.

De Minister heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De stelling van klager dat nog mogelijkheden zouden bestaan om in het bezit te komen van een geldig verblijfsdocument is niet nader onderbouwd. Omtrent klagers asielaanvraag hebben een
aantal procedures gelopen. Deze zijn definitief afgerond. Een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening de uitzetting achterwege te laten is bij uitspraak van 20 oktober 2005 door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard wegens het
ontbreken van een spoedeisend belang, gelet op het voortduren van de terbeschikkingstelling tot december 2006. Op het bezwaarschrift tegen de ongewenstverklaring is nog geen beslissing genomen. Op 25 oktober 2005 heeft een hoorzitting plaatsgevonden.
Er
is nog geen rapportage ontvangen van de medisch adviseur over de ongewenstverklaring. Mocht het bezwaar gegrond worden verklaard dan zal klager worden overgeplaatst naar een reguliere tbs-kliniek. Gelet op artikel 67, derde lid, Vreemdelingenwet 2000
kan een ongewenst verklaarde vreemdeling geen rechtmatig verblijf hier te lande hebben. Wat betreft de pathologie constateert Flevo Future Utrecht in zijn brief van 1 augustus 2005 dat het toestandsbeeld van klager stabiel lijkt te zijn en uitstroom
medisch verantwoord is. Bij klager is chronische (paranoïde) schizofrenie geconstateerd, gepaard gaande met antisociale persoonlijkheidskenmerken. Dit ziektebeeld heeft een aantal incidenten veroorzaakt. Consistent gebruik van antipsychotische
medicatie
is een van de belangrijkste factoren tegen achteruitgang van de psychische conditie. Of in het land van herkomst vervolgopvang mogelijk is wordt beantwoord in het kader van de Wet Overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen en eventueel in het kader
van
de beëindiging van de tbs. Flevo Future Utrecht constateert in zijn brief van 1 augustus 2005, onder verwijzing van een advies van het Bureau Medische Advisering van de IND, dat in Georgië een vervolgopvang mogelijk is in Tblisi. Klager krijgt in
Veldzicht wel een behandeling. Deze wordt gekenmerkt door stabilisatie door middel van medicatie, het voeren van gesprekken over de terugkeer naar Georgië en het bieden van structuur door activiteiten zoals arbeid, muziek en sport.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Omtrent personen aan wie de maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd en die tevens illegaal in Nederland verblijven of tot ongewenst vreemdeling zijn verklaard, heeft de Minister, gelet op de onmogelijkheid voor deze groep personen om terug te
keren in de Nederlandse maatschappij, in zijn brief van 27 oktober 2004 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer zijn beleidsvoornemens kenbaar gemaakt (Tweede Kamer, 2004-2005, 29452, nr.13). Deze beleidsvoornemens komen er kortgezegd op neer dat voor
illegalen en ongewenste vreemdelingen met tbs een sobere voorziening wordt gecreëerd, die primair gericht zal zijn op uitzetting van de desbetreffende vreemdelingen en vanuit dat perspectief adequate verzorging biedt. In zijn brief van 29 april 2005
met
kenmerk 5350499/05/DJI aan de hoofden van de (niet-) justitiële tbs-inrichtingen heeft de Minister de criteria vastgelegd voor de selectie van patiënten zonder verblijfsstatus voor de landelijke voorziening in Veldzicht:
1. De patiënt moet verwijderbaar zijn. Dat wil zeggen dat de IND adviseert en in samenspraak met de medewerkers van de voorziening in Veldzicht beslist welke patiënten uit het huidige totale bestand uitzetbaar zijn.
2. De patiënt moet gestabiliseerd zijn waar het de (acute) pathologie betreft die uitstroom medisch onverantwoord zou maken.
3. In het land van herkomst moet zonodig een vervolgopvang beschikbaar zijn. Dit vereist goede samenwerkingsafspraken met de overheden en voorzieningen in de bestemmingslanden. Bestaande samenwerking zal optimaal worden benut.

Ter zitting is gebleken dat omtrent de ongewenstverklaring van klager nog een bezwaarprocedure aanhangig is bij de IND. In het kader van deze procedure is van belang het advies van het Bureau Medische Advisering van het Ministerie van Justitie. Uit de
door klager overgelegde brief van de raadsman die klager in de verblijfsrechtelijke procedure bijstaat en hetgeen ter zitting is verklaard, komt naar voren dat het onderzoek medio september zal zijn afgerond. Nu door de vertegenwoordiger van de
Minister
ter zitting is medegedeeld dat de uitkomst van de bezwaarprocedure van belang kan zijn voor de vraag of klager eventueel kan worden geselecteerd voor een reguliere tbs-inrichting, acht de beroepscommissie het aangewezen de uitkomst hiervan eerst af te
wachten alvorens op het beroep te beslissen. De behandeling van dit beroep zal om die reden worden aangehouden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie houdt de beslissing op het beroep tot nader orde aan in afwachting van de uitkomst van de door klager ingezette bezwaarprocedure tegen de ongewenstverklaring.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, dr. E.B.M. Rood-Pijpers en mr.drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 8 augustus 2006

secretaris voorzitter

Naar boven