Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0028/TB-tussenbeslissing, 26 juli 2006, beroep
Uitspraakdatum:26-07-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/0028/TB-tussenbeslissing

betreft: [klager] datum: 26 juli 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 9 december 2005 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 mei 2006, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.G. Holtz, en namens de Minister, [...] en [...], behandelcoördinator verbonden aan het centrum
voor forensisch psychiatrische zorg Oldenkotte te Rekken (hierna: Oldenkotte).

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager op de longstayvoorziening van het forensisch psychiatrisch instituut De Rooyse Wissel (hierna: De Rooyse Wissel) te Oostrum te plaatsen.

2. De feiten
Klager is bij uitspraak van het gerechtshof te Den Haag van 27 juli 1989 ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klagers beroep in cassatie is op 6 februari 1990 verworpen.
Vervolgens is klager op 5 juni 1990 geplaatst in het Meijers Instituut te Utrecht. Van 9 oktober 1990 tot 3 oktober 1991 is hij in verband met het plegen van een nieuw strafbaar feit geplaatst in een huis van bewaring. Op 3 oktober 1991 is klager
geplaatst in de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen (hierna: Van Mesdagkliniek). Op 12 juli 2001 is klager overgeplaatst naar Oldenkotte. Bij advies van 17 maart 2005 van de landelijke adviescommissie plaatsing (hierna: LAP) is aangegeven dat klager
voldoet aan de longstayindicatie en is de Minister geadviseerd klager te plaatsen in een longstayvoorziening. Overeenkomstig dit advies heeft de Minister op 9 december 2005 beslist klager te plaatsen in de longstayvoorziening van De Rooyse Wissel te
Oostrum. Klager is op 16 januari 2006 geplaatst in de longstayvoorziening van De Rooyse Wissel te Maastricht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich nog onvoldoende voorgelicht om op het beroep te beslissen.
Ter voorbereiding van het advies heeft de LAP kennisgenomen van de volgende stukken:
“aanmelding longstay d.d. 1 december 2004 van Oldenkotte;
verlengingsadvies d.d. 11 november 2004;
wettelijke aantekeningen van 1 november 2002 tot 11 november 2004;
behandelplan juni 2004;
risicotaxatie HKT-30, PCL-R en SVR-20 van oktober 2004;
delictketen.”

Dit betekent dat voor de LAP verlengingsadviezen van de Van Mesdagkliniek alsmede de daarbij behorende wettelijke aantekeningen niet rechtstreeks van invloed zijn geweest op de advisering. Daar waar bijvoorbeeld in het verlengingsadvies van deze
kliniek
van 26 november 1998 wordt geconcludeerd dat de delictgevaarlijkheid van klager als verminderd moet worden beschouwd, hadden de stukken van de Van Mesdagkliniek een rol moeten spelen bij het opstellen van het LAP-advies.
De beroepscommissie zal daarom de behandeling van het beroep aanhouden in afwachting van een beslissing van de Minister of hij het ingenomen standpunt handhaaft.

4. De tussenbeslissing
De beroepscommissie houdt de behandeling van de zaak aan voor onbepaalde tijd en verzoekt de Minister aan te geven of een nader standpunt wordt bepaald.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. M. Smit en mr. C.F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 26 juli 2006

secretaris voorzitter

Naar boven