Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1293/JB, 10 augustus 2006, beroep
Uitspraakdatum:10-08-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/1293/JB

Betreft: [klager] datum: 10 augustus 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.J. Portegies, namens

[...], geboren op [1987], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 10 mei 2006 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 juli 2006, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Den Engh te Den Dolder zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman
mr. R.J. Portegies, en de selectiefunctionaris [...].
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de opvanginrichting Het Poortje te Groningen in afwachting van plaatsing in een behandelinrichting ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is bij uitspraak van 5 juli 2004 van de rechtbank Amsterdam veroordeeld tot dertien maanden jeugddetentie en aan hem is de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.
Op 7 juli 2004 is hij geplaatst in het JOC te Amsterdam. Op 27 juli 2004 is hij onmiddellijk in vrijheid gesteld. Bij onherroepelijk geworden arrest van het hof Amsterdam d.d. 18 januari 2006 is klager veroordeeld tot dertien maanden jeugddetentie en
is
aan hem de onvoorwaardelijke maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd. Klager is op 24 juni 2005 aangemeld voor plaatsing in de behandelinrichting Harreveld. Op 6 maart 2006 is hij geplaatst in de opvanginrichting Hunnerberg te
Nijmegen. Op 27 maart 2006 is klager overgeplaatst naar de opvanginrichting Het Poortje, locatie Waterpoort te Groningen. Op 16 juni 2006 is klager in verband met een opnamestop bij Harreveld geplaatst op de wachtlijst voor De Hartelborgt te
Spijkenisse, met terugwerkende kracht tot 24 juni 2005.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager heeft bezwaar tegen een verblijf als passant in de opvanginrichting Het Poortje. Hij wil liever thuis zijn oproeping voor plaatsing in een behandelinrichting afwachten. Hij prefereert echter plaatsing in Het Poortje boven plaatsing in een andere
opvanginrichting. Hij voelt zich in Het Poortje meer thuis dan in het JOC. Hij verblijft liever thuis bij zijn moeder, omdat hij dan ook kan werken. Hij zou graag geld willen sturen naar Suriname, waar zijn kind en vriendin verblijven. Subsidiair
verzoekt klager om de p.i.j.-maatregel niet op te leggen. Klager ontkent namelijk de verkrachting waarvoor hij door het hof veroordeeld is. De uitspraak van de rechtbank is juist. De rechtbank had klager vrijgesproken van de verkrachting en klager een
voorwaardelijke p.i.j.-maatregel opgelegd. Klager heeft niet gereageerd op de oproep om zich te melden in de opvanginrichting Eikenstein omdat hij deze oproep niet heeft ontvangen. Hij verbleef toen in Suriname. Klager zou zich gemeld hebben als hij de
oproep zou hebben ontvangen. Klager stond ingeschreven op het adres van Den Engh. Al zijn post werd op Den Engh ontvangen. Zijn moeder ontving de post niet zelf direct op haar eigen adres. Haar post werd in die tijd gestuurd naar iemand die haar hielp
met schuldsanering. Klager is in april 2005 naar Suriname gegaan en op 1 maart 2006 weer teruggekeerd naar Nederland. Hij is naar Suriname gegaan om voor zijn kind te zorgen. Zijn zoon is bijna een jaar oud. Een andere vriendin was ook zwanger van hem,
maar zij heeft een miskraam gekregen. Het verblijf in Het Poortje verloopt goed. Doordeweeks gaat hij naar school en volgt verschillende vakken zoals metaal, sociale vaardigheden en sport. Momenteel wordt er in verband met vakantie gedurende vijf weken
geen onderwijs gegeven. Hij is de oudste in de groep, maar er is geen groot leeftijdsverschil met de groepsgenoten. Hij kan het goed met de groep vinden. Er zijn geen conflicten. Hij heeft rust in zichzelf gevonden. In Suriname heeft hij alles kunnen
verwerken. Hij praat conflicten nu uit. Er is een positieve rapportage voor wat betreft klagers verblijf in Het Poortje. Als hij thuis de plaatsing in een behandelinrichting mag afwachten, zal hij thuis op de goede weg door blijven gaan. Hij zou bij
Albert Hein kunnen werken of vakantiewerk kunnen verrichten. Klagers moeder heeft hem afgelopen weekend nog bezocht. Hij heeft iedere week, vaak telefonisch, contact met zijn vader. Als klager thuis in Amsterdam zou mogen wachten op plaatsing in een
behandelinrichting, is er geen enkele kans dat hij weer contact zou krijgen met verkeerd gezelschap. Hij kan nu zelf beslissen wat hij wil doen. Drie jaar geleden was hij nog heel jong. De laatste tijd is niet geprobeerd om klager te beïnvloeden. In
het
Poortje volgt hij een VMBO-opleiding. In Den Engh heeft klager een lasdiploma en een scheepvaartdiploma behaald. Over twee à drie maanden komen zijn vriendin en hun kind terug naar Nederland. Zijn vriendin ziet dat klager een probleem heeft met het
omgaan met agressie. Zij heeft daar zelf geen last van. Het gaat om verbale agressie. Hij wil graag met zijn vriendin samenwonen wanneer ze weer terug is in Nederland. Voor wat betreft de omtrent klager uitgebrachte rapportages merkt klager op dat je
na
vier gesprekken niet kan zeggen hoe iemand is. Wel na een behandeling. In Den Engh was het in het begin zwaar, maar klager heeft er toch maar het beste van gemaakt. Hij is anders over het leven gaan nadenken. Hij is door het hof verkeerd beoordeeld,
maar klager is daar niet nog kwader door geworden. Klager heeft vroeger ook mensen onrecht aangedaan. Oorzaak destijds van de strafbare feiten was dat klagers moeder gedetineerd was en klager achterbleef met broer en zus. Klagers broer heeft zijn leven
ook volledig gebeterd. Klagers moeder is nu weer thuis. Op 7 juli 2005 kon klager niet ter zitting verschijnen omdat hij in Suriname verbleef. Hij had geen oproep voor de zitting ontvangen.

De selectiefunctionaris heeft de beslissing als volgt toegelicht.
Het niet tenuitvoerleggen van de p.i.j.-maatregel is in deze procedure niet aan de orde. Verwezen wordt naar de mogelijkheid als vermeld in artikel 77s, achtste lid, Wetboek van Strafrecht juncto artikel 5 Besluit tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht
1994.
In deze fase van de vrijheidsbenemende maatregel kan nog niet worden beoordeeld of het doel van de p.i.j.-maatregel is bereikt of beter op een andere wijze bereikt kan worden. Klager is als p.i.j.-passant in afwachting van plaatsing in een
behandelinrichting geplaatst in de opvanginrichting Het Poortje. Klager heeft aangegeven dat hij niet meer overgeplaatst wil worden naar een andere opvanginrichting, maar zijn plaatsing in een behandelinrichting liever wil afwachten in Het Poortje.
Verwacht wordt dat klager niet lang meer in Het Poortje zal verblijven. Hij is met ingang van 24 juni 2005 aangemeld voor Harreveld en na de opnamestop in Harreveld geherselecteerd voor De Hartelborgt. De aanmeldingsdatum is gehandhaafd voor De
Hartelborgt en klager staat nu als eerste op de wachtlijst voor De Hartelborgt. In De Hartelborgt is er een speciale groep voor persoonlijkheidsstoornissen, waarvoor klager geschikt zal zijn. In 2001 is bij klager een IQ van 103 gemeten en in 2003 een
IQ van 70. Vervolgens in 2004 een IQ van 88. Wellicht is klager bij een onderzoek wat zenuwachtiger geweest. Uitgegaan wordt van een IQ van 88. Het voorstel van klager om de plaatsing in een behandelinrichting thuis af te wachten, lijkt geen goed plan.
Klager heeft zich in 2005 al niet gemeld bij Eikenstein, is op 7 juli 2005 niet op een zitting verschenen en is aangehouden in verband met bolletjesslikken.

4. De beoordeling
Klager is de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd. In afwachting van de tenuitvoerlegging van deze maatregel in een behandelinrichting is hij in de opvanginrichting Het Poortje te Groningen, een normaal beveiligde
inrichting, geplaatst.

Hetgeen klager heeft aangevoerd over zijn standpunt dat hem ten onrechte de onvoorwaardelijke maatregel is opgelegd, valt buiten de reikwijdte van de onderhavige procedure. Klager heeft de mogelijkheid zijn bezwaren tegen het verlengen van de
p.i.j.-maatregel voor te leggen aan de rechter die over de verlenging daarvan beslist. In de onderhavige procedure gaat het uitsluitend om bezwaren tegen plaatsing in een bepaalde jeugdopvanginrichting.

Klagers bezwaren tegen plaatsing in Het Poortje komen er momenteel met name op neer dat hij prefereert om de plaatsing in een behandelinrichting thuis af te wachten. De mogelijkheid als vermeld in artikel 77s, achtste lid, Wetboek van Strafrecht is in
de onderhavige procedure echter niet aan de orde. Daarbij komt dat klagers verblijf in Het Poortje positief verloopt, klager zijn verzoek tot overplaatsing heeft ingetrokken en zich thuis voelt in Het Poortje en binnen afzienbare termijn plaatsing in
de
behandelinrichting De Hartelborgt verwacht wordt. De beroepscommissie is, gelet op het hiervoor overwogene, van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk
kan worden aangemerkt en zal het beroep ongegrond verklaren.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.A. Flinterman, voorzitter, mr. F.G.A. ten Siethoff en drs. H.P.J. Vos, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 augustus 2006

secretaris voorzitter

Naar boven