Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1090/GM, 4 augustus 2006, beroep
Uitspraakdatum:04-08-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1090/GM

betreft: [klager] datum: 4 augustus 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan het huis van bewaring (h.v.b.) Haaglanden te Den Haag,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 11 april 2006 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 juni 2006, gehouden in de penitenitiaire inrichtingen Amsterdam is klager gehoord. De inrichtingsarts is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 4 maart 2006, betreft nalatigheid van de inrichtingsarts doordat klager nadat op 3 februari 2006 een röntgenfoto werd gemaakt, hij pas op 27 februari 2006 kreeg te
horen dat zijn hand gebroken was.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Op 2 februari 2006 is klager met een gebroken hand overgebracht van het politieburo naar het h.v.b. Haaglanden. Bij binnenkomst heeft klager direct om de medische dienst verzocht. Op 3 februari 2006 is een
röntgenfoto van de hand gemaakt. Aan klager werd door een verpleegkundige medegedeeld dat de hand niet gebroken was. De foto’s zijn doorgestuurd naar het Bronovoziekenhuis waar de diagnose zou worden gesteld. Klager heeft nadat de röntgenfoto’s waren
gemaakt elke week een verzoekbriefje ingeleverd waarin hij aangaf dat hij nog steeds last had. Pas op 24 februari 2006 werd gereageerd op het verzoekbriefje van 21 februari 2006. Een verpleegkundige kwam langs en zei dat de hand gekneusd was en gaf
klager koelpleisters. Pas op 27 februari 2006 werd aan klager medegedeeld dat de hand gebroken was. De medische dienst is nalatig geweest.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Klager is op 29 januari 2006 op het politieburo op zijn rechterhand gevallen. Naar aanleiding van de intake op 3 februari 2006 werd een röntgenfoto aangevraagd. Telefonisch werd doorgegeven dat
er geen fractuur zichtbaar was. Op 21 februari 2006 is de schriftelijke uitslag binnengekomen waarop bleek dat er toch een fractuur aanwezig was. Hierop is actie ondernomen.

3. De beoordeling
Uit de stukken en de ter zitting gegeven toelichting is vast komen te staan dat op 3 februari 2006 een röntgenfoto is gemaakt van klagers rechterhand. De (telefonische) uitslag daarvan was dat geen breuk zichtbaar was, doch dat daarover geen 100%
zekerheid bestond. Op 21 februari 2006 ontving de medische dienst de schriftelijke uitslag, welke op 27 februari 2006 aan klager is medegedeeld. Er bleek toch sprake te zijn van een breuk. Klager heeft ter zitting medegedeeld dat hij elke week een
verzoekbriefje heeft ingeleverd over de aanhoudende klachten. Tegen deze achtergrond had het op de weg van de medische dienst gelegen om eerder telefonisch navraag te doen naar de schriftelijke uitslag van de röntgenfoto, zeker nu geen 100% zekerheid
bestond over de mondelinge uitslag. Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts als onzorgvuldig kan worden aangemerkt en derhalve in strijd is met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal
gegrond
worden verklaard. Voor het door klager ondervonden ongemak zal aan hem een tegemoetkoming worden toegekend van € 50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van het h.v.b. Haaglanden toekomende tegemoetkoming op € 50,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 4 augustus 2006

secretaris voorzitter

Naar boven