Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0897/GM, 4 augustus 2006, beroep
Uitspraakdatum:04-08-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/897/GM

betreft: [klager] datum: 4 augustus 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de detentieboot Reno te Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 22 maart 2006 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 juni 2006, gehouden in de penitenitiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager met behulp van een tolk in de Arabische taal en namens de inrichtingsarts [...], hoofd medische dienst detentieboot Reno.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 3 november 2005, betreft het niet verhelpen van klagers oogproblemen.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Klager heeft last van een in Spanje uitgevoerde oogoperatie. Hij wil dat de medische dienst hem helpt. Hij wil een nieuwe oogoperatie en een bril. De medische dienst doet echter niets. In het oogziekenhuis
is klager medegedeeld dat hij geopereerd zal worden. De medische dienst van de inrichting houdt dat echter tegen.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Op 24 augustus 2005 zijn in het oogziekenhuis de hechtingen van een vorige operatie verwijderd. Deze ingreep is ongecompliceerd verlopen. Er werd een éénmalige controle afgesproken. Op 21
oktober 2005 is klager nogmaals op de polikliniek oogheelkunde geweest voor een afspraak met de optometrist. Klager heeft een indicatie voor een lensvervanging, doch er is geen spoed hierbij. De wachtlijst voor een dergelijke ingreep is bijzonder lang.
Deze ingreep kan ook in het land van herkomst plaatsvinden. Verder is geen specialistische controle meer nodig.
Voor de medische dienst is van belang hoe urgent de operatie is. Als de operatie urgent is, dan wordt direct geopereerd. Die urgentie was er in onderhavig geval echter niet. Indien de operatie niet urgent is, is tevens van belang dat een vreemdeling
die
Nederland wordt uitgezet niet wordt geopereerd. Klager is op 1 juni 2006 naar de oogarts geweest. Onduidelijk is of hieruit voor klager nog gevolgen voortvloeien.

3. De beoordeling
Uit de stukken, waaronder het medisch dossier, is gebleken dat klager op 24 augustus 2005 naar het oogziekenhuis is geweest voor het verwijderen van de hechtingen van een vorige operatie. Op 21 oktober 2005 had klager een afspraak met een optometrist.
De medische dienst heeft klager met enige regelmaat gezien. Op de door klager ingevulde sprekersbriefjes is telkens gereageerd en aan zijn oogproblemen is aandacht besteed door verwijzing naar of consultatie van een oogheelkundige. Er is derhalve geen
sprake van verwaarlozing van klagers oogproblemen. Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat de inrichtingsarts adequaat heeft gehandeld. Het handelen van de inrichtingsarts kan derhalve niet worden aangemerkt als in strijd met de in artikel
28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 4 augustus 2006

secretaris voorzitter

Naar boven