Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1047/GB, 20 juli 2006, beroep
Uitspraakdatum:20-07-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/1047/GB

Betreft: [klager] datum: 20 juli 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van en nader toegelicht door mr. N. van der Laan, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 april 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 26 juli 2005 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Almere-Binnen. Op 24 maart 2006 is hij geplaatst in de gevangenis Ter Apel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft uitdrukkelijk verzocht te worden geplaatst in een gevangenis in het westen van het land vanwege persoonlijke omstandigheden. Zijn familie woont in (de omgeving van) Amsterdam. Met het oog op resocialisatie is het wenselijk in de buurt van
zijn familie te worden geplaatst. Zijn hoger beroep wordt behandeld in Arnhem. Het vervoer naar de zitting zal veel tijd in beslag nemen. Het contact met zijn advocaat, kantoorhoudend in Amsterdam, wordt door zijn plaatsing eveneens in ernstige mate
bemoeilijkt.
Zijn raadsman heeft in dit verband nog aangevoerd dat voor een goede voorbereiding van een strafzaak frequent contact tussen gedetineerde en zijn raadsman zeer belangrijk is. Een reisafstand van 400 km heeft een negatieve invloed op de
rechtsbijstandsverlening.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is veroordeeld in eerste aanleg en voorgesteld voor plaatsing in een normaal beveiligde inrichting. Zijn voorkeur ging uit naar een gevangenis in de buurt van Amsterdam (Heerhugowaard en Alphen aan den Rijn). Voor beide gevangenissen is een
lange
wachtlijst terwijl deze gevangenissen vooral zijn bedoeld voor gedetineerden die deelnemen aan een TR traject. De gevangenis Ter Apel heeft speciaal gevangeniscapaciteit toegewezen gekregen in verband met de wet doorplaatsing na veroordeling in eerste
aanleg. Er zijn geen bijzonderheden of medische redenen rond de bezoekers bekend waardoor zij bijkomende problemen kennen waardoor het bezoeken bemoeilijkt kan worden. Daarbij is de bezoekregeling aangepast in die zin dat klager om de week twee uur
bezoek kan ontvangen in plaats van wekelijks één uur. De locatie van het kantoor van een advocaat wordt bij de selectiebeslissing niet meegewogen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Ter Apel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan worden geplaatst in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als
onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Daarbij heeft de beroepscommissie in aanmerking genomen dat het belang van een goede benutting van de voorhanden celcapaciteit in dit geval voor de selectiefunctionaris zwaarder mocht wegen dan het belang van klager met betrekking tot goede
bezoekmogelijkheden. Dit geldt temeer nu de bezoekregeling voor klager is aangepast teneinde zijn bezoek tegemoet te komen. Ten aanzien van hetgeen door klagers raadsman is aangevoerd omtrent de beperkingen in de mogelijkheid tot het voeren van overleg
omtrent klagers strafzaak, geldt dat de vestigingsplaats van een raadsman geen criterium is voor plaatsing van een gedetineerde in een bepaalde penitentiaire inrichting.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 20 juli 2006

secretaris voorzitter

Naar boven