Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0189/GA, 7 juli 2006, beroep
Uitspraakdatum:07-07-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/189/GA

betreft: [klager] datum: 7 juli 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 januari 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 mei 2006, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij voormelde p.i.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een disciplinaire straf van acht dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens medeverantwoordelijkheid voor het ontvreemden van goederen uit de keuken.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager wist in eerste instantie niet wie de chocoladeletter had ontvreemd. Achteraf bleek wie het had gedaan. Klager en nog twee anderen wisten dat zij het niet hadden gedaan. Ze hebben de dader de kans gegeven om zichzelf aan te geven. Het was beter
geweest om klager en de betreffende medegedetineerden direct in de keuken aan te spreken.
De dader had al vaker gestolen. In de keuken is niet de hele tijd zicht op elkaar, doordat de keuken uit verschillende gedeelten bestaat. De dader heeft aan één van de andere gedetineerden die in de keuken werkte de lege doos van de chocoladeletter
laten zien.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er is onderzoek gedaan naar de ontvreemding van de chocoladeletter. Dit onderzoek is vastgelegd. De directeur heeft zelf ook met de betrokkenen gesproken. De groep gedetineerden die in de keuken mag werken is een bevoorrechte groep. De directeur moet
hen kunnen vertrouwen en daar passen dit soort incidenten niet bij. De directeur heeft de hele groep gestraft en heeft daarbij aangegeven dat als iemand ging praten de straf zou worden stopgezet. Het loon van klager is alsnog betaald. Aan klager komt
geen compensatie toe, want de directeur heeft van tevoren aangegeven dat het mogelijk was om eerder van de straf af te zijn. De betreffende gedetineerden zijn pas gehoord toen ze de keuken al hadden verlaten.

3. De beoordeling
Klager is disciplinair gestraft omdat hij medeverantwoordelijk werd gesteld voor het ontvreemden van goederen uit de keuken, terwijl in eerste instantie niet duidelijk was wie de schuldige was.
Artikel 51, vijfde lid, van de Pbw, zoals nader toegelicht in de Memorie van Toelichting, vereist een individuele verwijtbaarheid, willen gedetineerden disciplinair gestraft kunnen worden. Anders gezegd, een gedetineerde kan niet worden gestraft voor
medeverantwoordelijkheid als niet te zijnen aanzien feiten of omstandigheden zijn gebleken, waaruit zijn feitelijke betrokkenheid bij het verweten gedrag voortvloeit. Bij het opleggen van de onderhavige straf was een dergelijke betrokkenheid van klager
niet bekend, zodat hij niet gestraft had mogen worden. Dit brengt mee, dat als na te melden zal worden beslist.
Aan klager zal de na te noemen tegemoetkoming worden toegekend.
De beroepscommissie merkt tenslotte nog op, dat in een situatie als de onderhavige een afzonderingsmaatregel ter fine van onderzoek wellicht aanvaardbaar zou zijn geweest.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 22,50.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. D.J. Dee en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 7 juli 2006

secretaris voorzitter

Naar boven