Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1139/GA, 3 juli 2006, beroep
Uitspraakdatum:03-07-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1139/GA

betreft: [klager] datum: 3 juli 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 maart 2006 van de beklagcommissie bij de gevangenis Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 juni 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M. van der Kist, en [...], unit-directeur bij de gevangenis Alphen aan den Rijn.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klagers detentiefasering met drie maanden is vertraagd.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de detentiefasering. Het is een beslissing van de directeur om een advies uit te brengen.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directie heeft niet geadviseerd om de detentiefasering drie maanden op te schorten. Het detentieberaad heeft op verzoek van de directeur een advies uitgebracht.

3. De beoordeling
Aan klager is door of namens de directeur meegedeeld dat hij niet aan de selectiefunctionaris wordt voorgedragen voor detentiefasering. Een dergelijke mededeling kan worden beschouwd als een beslissing van de directeur als bedoeld in artikel 60, eerste
lid, van de Pbw. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven. Klager zal alsnog worden ontvangen in zijn beklag.

In verband met de aanwezigheid van een aanzienlijke hoeveelheid contrabande op cel is aan klager een disciplinaire straf opgelegd. Het tegen die straf gerichte beklag is inmiddels (onherroepelijk) ongegrond verklaard. Het klager vooralsnog niet in
aanmerking laten komen voor detentiefasering is, gelet op de omstandigheden en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet onredelijk of onbillijk. Het beklag is derhalve ongegrond.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. M. Kooyman en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 3 juli 2006

secretaris voorzitter

Naar boven