Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0974/GB, 29 juni 2006, beroep
Uitspraakdatum:29-06-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/974/GB

Betreft: [klager] datum: 29 juni 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 april 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 10 december 2003 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring/ISD Utrecht te Nieuwegein. Op 24 maart 2006 is hij geplaatst in de gevangenis Ter Apel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Hij is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenis van 18 jaar. In het kader van zijn detentiefasering lijkt hem overplaatsing naar de gevangenis Lelystad beter. Hij heeft nooit verzocht om plaatsing in de gevangenis Ter Apel. Klager zit nog in de
beroepsprocedure van zijn strafzaak en zijn advocaat kan hem, gelet op de reisafstand, niet bezoeken. Verder biedt de gevangenis Ter Apel veel te weinig faciliteiten. Zijn ouders zijn erg oud en in Lelystad woont familie die zijn ouders zouden kunnen
begeleiden. De gevangenis is voor zijn bezoek en advocaat het meest centraal gelegen. Ten slotte wil klager niet langer in een stress situatie zitten. Zijn laatste sociale contact is als gevolg van de plaatsing in de gevangenis Ter Apel weggevallen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De keuze voor de gevangenis Ter Apel is gebaseerd op een aantal argumenten. In de eerste plaats speelde de capaciteitsbenutting een rol. Ter Apel kende ten tijde van de beslissing directe plaatsingsmogelijkheden, terwijl dat in de gevangenis
Veenhuizen,
waar zijn voorkeur blijkens het selectieadvies naar uitging, niet het geval was. Daarnaast is in de rapportage vermeld dat klager bezoek ontvangt uit Duitsland. Eerst in zijn bezwaar geeft klager aan naar de gevangenis Lelystad te willen in verband met
het kunnen ontvangen van zijn bezoek. Door zijn advocaat wordt vervolgens in bezwaar gevraagd om overplaatsing naar ‘s-Hertogenbosch.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Ter Apel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als
onredelijk
of onbillijk worden aangemerkt.
Hierbij is in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris op basis van het selectieadvies, alsmede de daarop gegeven reactie van het Penitentiair Selectie Centrum, rekening heeft mogen houden en ook rekening heeft gehouden met de daarin opgenomen
voorkeur van klager om in Veenhuizen geplaatst te worden vanwege zijn voor een groot deel uit Duitsland afkomstige bezoek. De gevangenis Ter Apel, waar op dat moment voldoende capaciteit aanwezig was, ligt gelet hierop meer voor de hand dan een
gevangenis elders in het land. Dat klager thans aangeeft ook familie in Lelystad te hebben en om die reden naar Lelystad overgeplaatst te willen worden, maakt het vorenstaande niet anders.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 29 juni 2006

secretaris voorzitter

Naar boven