Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0900/GB, 22 juni 2006, beroep
Uitspraakdatum:22-06-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/900/GB

Betreft: [klager] datum: 22 juni 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 maart 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring voor psychologisch onvolwassenen (jovo-h.v.b.) Zwaag te Hoorn ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 15 januari 2006 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Schutterswei te Alkmaar. Op 24 februari 2006 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Zwaag.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Klager is het niet eens met de indicatiestelling. Voorts krijgt hij in het jovo-h.v.b. per week een uur minder sport dan in het h.v.b. Schutterswei. Tot slot zijn zijn ouders gelet op hun fysieke conditie niet in staat klager in Zwaag te bezoeken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager valt gelet op zijn leeftijd alsmede gelet op het gegeven dat hij scoort op de items sociale contacten, opleiding en first offender tot de categorie jovo-gedetineerden. Rekening houdend met het parket van insluiting alsook de woonplaats van
klager
is hij geselecteerd voor het jovo-h.v.b. Zwaag. De door klager genoemde h.v.b.’s naar welke hij overgeplaatst zou willen worden, beschikken niet over een jovo-afdeling.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, in afwachting van het vonnis in eerste aanleg, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (verder: de Regeling) worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die
ouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële
Inrichtingen, augustus 2001, kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt dat gedetineerden in de
leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt
indicatiestelling plaats.

4.3. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16, aanhef en onder b van de Regeling, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in een jovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagers
indicatiestelling gebleken dat hij first offender is en een tekortkoming heeft voor wat betreft sociale contacten en opleiding en dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweede criterium van artikel 16 van de Regeling.

4.4. Tegen de achtergrond van het onder 4.2 overwogene komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk kan worden
aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent het niet krijgen van familiebezoek vanwege -overigens niet nader onderbouwde- gezondheidsklachten van zijn ouders, alsmede het feit dat hij minder kan sporten in het jovo-h.v.b. Zwaag, maakt dit niet anders.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 22 juni 2006

secretaris voorzitter

Naar boven