Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0559/GB, 22 mei 2006, beroep
Uitspraakdatum:22-05-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/559/GB

Betreft: [klager] datum: 22 mei 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 februari 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem niet te plaatsen in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen (jovo-inrichting) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 12 december 2005 gedetineerd. Hij is op 18 december 2005 als preventief gehechte in het huis van bewaring (h.v.b.) Arnhem-Zuid geplaatst.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat de indicatiestelling te summier is gegaan. Hij wil, gelet op zijn leeftijd, in aanmerking kunnen komen voor een traject waarin hij nog iets kan doen aan zijn opleiding. Hij wil graag nog enkele certificaten kunnen halen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Blijkens de eerste indicatiestelling scoort klager niet op tekortkomingen. Om die reden komt hij niet in aanmerking voor plaatsing in een jovo-inrichting. Blijkens het bezwaarschrift wil klager graag naar een jovo-h.v.b. omdat hij daar de leeftijd voor
heeft en daarnaast wil hij overgeplaatst worden naar een h.v.b. dat dichter in de woonomgeving van zijn bezoek ligt. Indien klager overplaatsing wenst naar een andere inrichting, zal hij daartoe een verzoek moeten indienen. Voor zover klager
opleidingen
wenst te volgen, kan zulks ook in het volwassenencircuit

4. De beoordeling
4.1 Klager behoort, gelet op zijn status als veroordeelde in afwachting van zijn plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2 Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
Gedetineerden (hierna: de Regeling) worden in inrichtingen of afdelingen voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch
onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen (Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001) kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich
in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare
periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.

4.3 De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van de Regeling qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in een jovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Nu evenwel uit klagers indicatiestelling niet
blijkt van enige verdere tekortkoming, voldoet hij niet aan het tweede criterium van artikel 16 van de Regeling. Tegen de achtergrond van het onder 4.2 overwogene komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris,
bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk moet worden geacht. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent zijn bezoek, maakt dit niet anders, temeer nu de selectiefunctionaris heeft aangegeven dat klager een (goed
onderbouwd) verzoek tot overplaatsing naar een ander h.v.b. kan indienen, waarop de selectiefunctionaris dan zal beslissen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 22 mei 2006

secretaris voorzitter

Naar boven