Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0945/SGA, 19 april 2006, schorsing
Uitspraakdatum:19-04-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/945/SGA

Betreft: [...] datum: 19 april 2006

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in het huis van bewaring (h.v.b.) Haarlem.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormeld h.v.b. d.d. 7 april 2006, inhoudende de oplegging van de ordemaatregel van plaatsing in
afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, ingaande op 7 april 2006 en eindigende op 21 april 2006, wegens weigering om medewerking te verlenen aan de plaatsing op een meerpersoonscel.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 7 april 2006. De directeur heeft, hoewel hem zowel op 11, 13 en 18 april 2006 daarom is verzocht, geen inlichtingen verstrekt.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft het verzoek schriftelijk toegelicht. Daarbij is het volgende aangevoerd. Verzoeker verblijft sedert 24 maart 2006 in een isoleercel in het h.v.b. te Haarlem omdat hij weigert medewerking te verlenen aan de plaatsing op een
meerpersoonscel. Op 7 april 2006 is deze ordemaatregel weer met veertien dagen verlengd. Verzoeker vraagt om schorsing van deze ordemaatregel omdat zijn gezondheid hem parten begint te spelen. Verzoeker heeft in een ander h.v.b. reeds geprobeerd een
meerpersoonscel te delen en verschillende lichamelijke klachten zoals migraine, maagklachten en hoofdpijn waren daar het resultaat van. Verzoeker heeft verder last van stress en slapeloosheid. Verzoeker heeft gewoon zijn rust nodig.

De directeur heeft op 13 april 2006 op het eerste verzoek om een reactie d.d. 11 april 2006 telefonisch gereageerd met de mededeling dat hij op het hem per fax toegezonden schorsingsverzoek niet kon reageren, omdat dit onleesbaar was.

Diezelfde dag is aan de directeur vervolgens andermaal het schorsingsverzoek per fax toegezonden en werd nogmaals namens de voorzitter om inlichtingen gevraagd. Op dit tweede verzoek heeft de directeur niet gereageerd. In de ochtend van 18 april 2006
is
namens de voorzitter nogmaals per fax verzocht om inlichtingen. Daarbij is aangegeven dat, indien de directeur niet vóór 14.00 uur van die dag zou reageren, de voorzitter er vanuit gaat dat de directeur instemt met het schorsingsverzoek. De directeur
heeft niet binnen die door de voorzitter gestelde termijn gereageerd.

2. De beoordeling
Verzoeker geeft aan schorsing te verzoeken van de opgelegde ordemaatregel omdat zijn gezondheid hem parten begint te spelen. Nu de directeur niet heeft gereageerd op het herhaalde verzoek om inlichtingen van de voorzitter, en er dus van uit kan worden
gegaan dat de directeur instemt met het schorsingsverzoek, acht de voorzitter voldoende termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek. De voorzitter zal daarom het verzoek toewijzen en de beslissing van de directeur, welke eindigt op 21 april 2006,
met onmiddellijke ingang schorsen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de verdere tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van 7 april 2006.

Aldus gedaan door mr. J.W.P. Verheugt, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 19 april 2006.

secretaris voorzitter

Naar boven