Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0980/GV, 15 mei 2006, beroep
Uitspraakdatum:15-05-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/980/GV

betreft: [klager] datum: 15 mei 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 31 maart 2006 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Het b.s.d. heeft een fout gemaakt voor wat betreft het verlofadres. Het oude adres van zijn moeder
geldt
niet meer aangezien zij in een kliniek verblijft. Het b.s.d. heeft klager een week de tijd gegeven om een nieuw verlofadres aan te reiken. Klager vraagt zich af welke argumenten de politie gebruikt om negatief te adviseren. Klager heeft zichzelf, toen
het hem ter ore kwam dat hij van een misdrijf werd verdacht, op het politiebureau gemeld. Ook vraagt klager zich af wat de argumenten van het openbaar ministerie zijn om negatief te adviseren. Klager is voor een delict gepleegd in 2002 veroordeeld in
2005. Hij is een ontkennende verdachte en wil een herzieningsprocedure starten. Klager heeft al 24 van de 32 maanden gevangenisstraf, waartoe hij veroordeeld is, erop zitten. Klager is een rustige gedetineerde, die doet wat er gedaan moet worden.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klagers einddatum ligt rond 15 maart 2007. Hij probeert contact met personeel te vermijden en trekt zich veelal terug op cel. Hij is correct in zijn opstelling naar personeel maar gaat niet altijd even goed om met kritiek. Met gedetineerden heeft hij
niet veel contact. Hij accepteert de regelgeving in de inrichting. Door relationele problemen kan hij erg teneergeslagen zijn. De officier van justitie geeft in het advies aan dat klager voor een ernstig zedendelict is veroordeeld, waarbij het
slachtoffer zeer ernstige psychische schade heeft opgelopen en er grote maatschappelijke onrust is ontstaan door het delict. Deze maatschappelijke onrust zal bij verlening van verlof aan klager wederom ontstaan evenals gevoelens van onveiligheid.
Tevens
is de kans op een ongewenste confrontatie met het slachtoffer aanwezig, waardoor het openbaar ministerie in dit stadium van de detentie verlofverlening onverantwoord voorkomt. Klager geeft aan het verlof bij zijn moeder te willen doorbrengen. Zij geeft
aan niet akkoord te gaan. De politie heeft eveneens negatief geadviseerd met betrekking tot het verlofadres. Klagers moeder zou onder behandeling van de Riagg zijn en niet stabiel genoeg om klager onderdak te kunnen verlenen. Ook verblijft zij op
gezette tijden in een kliniek. Klager is twee weken de tijd gegeven om een nieuw verlofadres aan te leveren. Hij heeft hier echter geen gehoor aan gegeven. De directeur van de inrichting heeft hierop een negatief advies uitgebracht terzake van
verlofverlening.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichtingen Rijnmond heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Rotterdam heeft aangegeven negatief te adviseren terzake van verlofverlening.
De politie Rotterdam Rijnmond heeft negatief geadviseerd terzake van het verlofadres.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek, wegens verkrachting, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 15 januari 2007. Aansluitend
dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van vijf dagen en 54 dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Klager is veroordeeld terzake van ernstige (zeden)delicten. Het openbaar ministerie heeft in verband met de aard van de feiten, de maatschappelijke onrust en gevoelens van onveiligheid, die kunnen ontstaan bij verlofverlening, negatief geadviseerd
terzake van verlofverlening. De politie en de inrichting, waar klager verblijft, hebben eveneens negatief geadviseerd. Klager heeft het adres van zijn moeder opgegeven als verlofadres. Zijn moeder, die regelmatig in een kliniek verblijft, heeft geen
toestemming gegeven om het verlof op haar adres door te brengen. Klager is in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken alsnog een ander verlofadres op te geven, maar heeft dit nagelaten. Gelet op het hiervoor overwogene is de beroepscommissie van
oordeel dat voornoemde omstandigheden en met name het ontbreken van een verlofadres een forse contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de beslissing van de Minister,
bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder g., i. en j. van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI), niet als onredelijk of
onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. mr. A.G. Bosch, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 15 mei 2006

secretaris voorzitter

Naar boven